Jonge Katwijker midden in de nacht neergeschoten

"Ik word beschoten!" Met paniek in zijn stem rende de 22-jarige Amir vorig jaar mei terug naar zijn huis in Katwijk. Getuigen zagen vervolgens een jonge man met een vuurwapen achter hem aan rennen. Daarna hoorden ze twee knallen. Amir werd in zijn hoofd geschoten, en overleed een week later. Een 19-jarige man uit Katwijk stond dinsdag voor de rechter.

Wat er die avond precies is voorgevallen tussen de twee, is niet vast te stellen. De enige die er bij was die het kan navertellen, is verdachte. En die zegt dat hij grotendeels niets meer weet. Zijn geheugen laat hem in de steek. "In Katwijk gaan wel veel verhalen rond over de schietpartij," zei de officier van justitie op zitting, "maar bijna allemaal 'van horen zeggen' en gebaseerd op onderbuik gevoel. Maar weinig verhalen kunnen worden onderbouwd met objectief bewijs."

De officier van justitie vertelde daarom eerst wat wél is vast te stellen. Verdachte en het slachtoffer waren die avond, 21 mei 2023, los van elkaar uit geweest in Katwijk. Uit niets blijkt dat er die dag of de dagen ervoor sprake was van ruzie of zelfs maar contact tussen de twee. Maar toen verdachte rond 4.00 uur thuiskwam stapte hij in zijn auto en reed richting het huis van het slachtoffer. Hij zegt dat hij door hem was gebeld op een prepaid telefoon, maar dat telefoontje heeft de politie niet kunnen traceren. Alleen een gesprek van verdachte naar het slachtoffer, van 8 seconden, toen hij er bijna was.

Drie schoten

De twee hebben elkaar buiten in de buurt van het huis van het slachtoffer ontmoet. Wat daar is besproken, weet niemand zeker. Verdachte zegt dat het over drugs ging. Hij had voor 700 euro cocaïne gekregen van het slachtoffer om te verkopen, maar hij had het gratis uitgedeeld en nu wilde het slachtoffer geld zien. Die trok een pistool en verdachte zag kans dat af te pakken, volgens zijn verklaring. "Maar u was er niet bij, meneer de rechter," zei de officier, "en ik was er niet bij. Niemand in deze zaal was erbij, behalve verdachte."

Op camerabeelden uit de buurt is dan wel al een eerste schot te horen. Het slachtoffer was van dichtbij in zijn buik geschoten en zette het op een lopen. Getuigen zagen hem in paniek voorbij rennen, schijnbaar met zijn hand op de wond. Kort erna volgde verdachte, die duidelijk moeite had om het slachtoffer bij te houden. Daarna hoorden ze twee schoten kort na elkaar. Het slachtoffer werd voor zijn huis zwaargewond op straat aangetroffen en overleed een week later in het ziekenhuis.

Behandeling noodzakelijk

Verdachte zegt dat hij zich na het eerste schot niets meer kan herinneren. Dat betekent dat dus ook niets bekend is over zijn gemoedstoestand, hield de officier van justitie de rechtbank voor. "Daarom moeten we het doen met de feitelijke bevindingen uit het dossier," ging hij verder. "Daaruit blijkt dat het slachtoffer wegrende, verdachte had toen ook kunnen weggaan. Maar hij achtervolgde het slachtoffer, zeker een minuut of 4 tot 7, en schoot toen nog twee keer. Hij heeft zich al die tijd kunnen bedenken, maar deed dit niet. Wat mij betreft is dan sprake van voorbedachte rade, dus moord."

Volgens deskundigen is bij verdachte duidelijk sprake van meerdere stoornissen en is de kans op herhaling groot als hij niet wordt behandeld. Temeer omdat hij zelf geen enkel inzicht en geen hulpvraag schijnt te hebben en zelfs weer wil gaan blowen als hij vrijkomt. "Daarom is tbs met dwangverpleging de énige manier om de risico's voor de samenleving te beperken," sloot de officier van justitie zijn requisitoir af.

Hij eiste tegen verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 14 jaar en oplegging van de maatregel tbs met dwangverpleging. Op woensdag 17 april doet de rechtbank uitspraak.