Wederrechtelijk verblijf luchthavens

Verboden verblijf op een beveiligd gedeelte van de luchthaven is een misdrijf en raakt de veiligheid van de luchtvaart. Daarom wordt dit door het OM beschouwd als een luchtvaartzaak.    

De veiligheidsrisico’s bij wederrechtelijk verblijf op luchthavens zijn er in alle soorten en maten. Een vrij evident risico doet zich voor wanneer iemand over het hek van Schiphol klimt, over airside loopt en een aantal minuten in een verkeersvliegtuig gaat zitten om daar vervolgens aan wat knoppen te zitten. Maar ook als iemand niet zo ver gaat en geen enkel vliegtuig aanraakt, is er een veiligheidsrisico. Ook rondslingerend afval op de baan kan een gevaar vormen voor een binnenkomend of opstijgend vliegtuig. Met het oog daarop worden baaninspecties uitgevoerd. Als de mogelijkheid bestaat dat niet bevoegde personen onderdelen van een vliegtuig hebben aangeraakt, moet het vliegtuig worden geïnspecteerd om vast te stellen of de vliegveiligheid al dan niet is aangetast. Wederrechtelijk verblijf op luchthavens is daarom in geen enkel geval te tolereren.

Naast het enkele wederrechtelijk verblijf kunnen ook andere misdrijven in beeld komen. Denk aan het vernielen, onbruikbaar maken of beschadigen van een werk dat het luchtverkeer dient, zoals start- en landingsbanen, navigatietorens en hangars. Of aan het verijdelen van een veiligheidsmaatregel ten aanzien van zo’n werk, zoals het doorknippen van een slot dat een toegangshek tot de start- en landingsbaan vergrendelt en bedoeld is om onbevoegden de toegang te beletten.

In de Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwet- en regelgeving zijn uitgangspunten opgenomen voor eventuele strafrechtelijke reacties.