Strafzaak

Het OM kan besluiten om een strafzaak voor de rechter te brengen. Daarnaast heeft het OM verschillende mogelijkheden om zelf een strafzaak af te doen.

Strafbeschikking

De officier van justitie kan lichte strafbare feiten, zoals vernieling, vandalisme, winkeldiefstal en verkeersovertredingen zelf afdoen, bijvoorbeeld met een strafbeschikking. Dan komt de zaak niet voor de rechter, maar beslist het OM zelf over de straf als vaststaat dat de verdachte schuldig is. De straf kan bijvoorbeeld een geldboete zijn, een ontzegging van de rijbevoegdheid (tot zes maanden), een taakstraf (tot 180 uur) of een verplichting om schadevergoeding te betalen. De officier kiest voor een passende straf, waarbij de kans dat de dader opnieuw de fout in gaat zo klein mogelijk is. De ­officier legt zelf geen celstraffen op; dat mag alleen de rechter. Accepteert de betrokkene de strafbeschikking, dan staat daarmee zijn schuld vast. Is hij het hier niet mee eens, dan kan hij de zaak zelf aan de rechter voorleggen

Transactie

De officier van justitie kan ook besluiten een transactie aan te bieden. Als de verdachte daarmee instemt en betaalt, is strafvervolging van de baan. Wie niet betaalt, moet alsnog voor de rechter komen.

Sepot

Soms besluit de officier van justitie niet te vervolgen. Zo’n beslissing noemen we een sepot. De officier seponeert als hij te weinig bewijs heeft om tot een veroordeling te kunnen komen, of als de verdachte onbekend blijft. Ook wordt geseponeerd als er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, of als de dader niet strafbaar is omdat er sprake was van psychische overmacht of zelfverdediging. Als een slachtoffer het er niet mee eens is dat een zaak wordt geseponeerd, kan hij een klacht indienen bij het gerechtshof. Als het hof de klacht gegrond verklaart, moet het OM alsnog tot vervolging overgaan.

Voorwaardelijk sepot

De officier van justitie kan verdere vervolging ook uitstellen. Dan accepteert de dader de voorwaarden die het OM stelt. Bijvoorbeeld als iemand belooft zijn hond niet opnieuw uit te laten waar het verboden is. Doet hij het later toch, dan wordt hij alsnog gestraft. Als een strafbeschikking, een transactie of een (voorwaardelijk) sepot niet aan de orde is, dan komt een strafzaak voor de rechter. Het OM zorgt dan dat de verdachte een dagvaarding krijgt: een brief waarin staat wanneer hij voor de rechter moet verschijnen en waarvan hij wordt verdacht. Afhankelijk van de zwaarte van het strafbare feit wordt een zaak voorgelegd aan één of drie rechters (enkelvoudige of meervoudige strafkamer).