Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten (2016R011)
In deze beleidsregel
Categorie |
|
Rechtskarakter |
Aanwijzing in de zin van art. 130, lid 4 Wet RO |
Van | College van procureurs-generaal |
Aan | Hoofden van de OM-onderdelen |
Registratienummer | 2016R011 |
Datum inwerkingtreding | |
Publicatie in Staatscourant | 2016, 48812 |
Vervallen | Richtlijn voor strafvordering vuurwerkdelicten (2012R006) |
Relevante beleidsregels | Richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten inclusief strafmaten Halt (2016R008) |
Wetsbepalingen |
Wetboek van strafrecht, artikelen 173a, 173b, 174, 175 Wet milieubeheer, artikelen 8.40, 9.2.1.2, 9.2.2.1, 9.2.1.4, 9.2.3.2 en 18.18 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, artikelen 2.1 en 2.3 Vuurwerkbesluit, artikelen 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4 t/m 1.2.7, 1.3.1, 1.3.2, 1.4.1 t/m 1.4.3, 2.1.2, 2.1.3, 2.1.4, 2.2.1 t/m 2.2.4, 2.3.1 t/m 2.3.6, 3.1.1 3.2.1 t/m 3.2.3, 3.3.1, 3B.1 t/m 3B.6 |
Bijlagen | - |
Beschrijving
Deze richtlijn ziet op vuurwerkovertredingen en –misdrijven, waaronder misdrijven met betrekking tot het zelf maken van vuurwerkexplosieven, gepleegd door meerderjarigen[1]. De overtredingen van het Vuurwerkbesluit zijn economische delicten.
De richtlijn is niet van toepassing op delicten die zijn te beschouwen als zware milieucriminaliteit.
Hierbij valt te denken aan zeer grote partijen (handelsindicatie) of flinke handel. Er is dan sprake van illegale opslag en illegale handel.
Indien mogelijk worden in het proces-verbaal de omstandigheden aangegeven waaronder het vuurwerk is aangetroffen in verband met de gevaarzetting. Voor onderbouwing van de strafeis kan gedacht worden aan het laten opstellen van een rapport (door het RIVM) over de gevolgen voor de omgeving, als het bij zo’n illegale opslag zou mis gaan.
Bijkomende straffen
Niet expliciet opgenomen in deze richtlijn, maar wel van toepassing bij economische delicten zijn de wettelijke mogelijkheden tot het aan vuurwerkbedrijven of personen die worden veroordeeld voor betrokkenheid bij de handel in professioneel vuurwerk ten behoeve van de particuliere markt, ontzeggen van het recht om gedurende een bepaald aantal jaren in vuurwerk te handelen, het intrekken van vergunningen, het verbod tot het uitoefenen van een bepaald beroep en het stilleggen van de onderneming. Dit kan bijdragen aan sanering van de vuurwerkbranche.
Recidive
Deze richtlijn kent een eigen recidiveregeling. Van recidive is sprake als vanaf de pleegdatum minder dan 5 jaar zijn verlopen na een eerdere veroordeling wegens een soortgelijk misdrijf.
Lijsten
Bij het minder gevaarlijke vuurwerk wordt uitgegaan van het wegen van het aangetroffen vuurwerk (lijst I en II). Het brutogewicht wordt gewogen, dus inclusief de verpakkingen.
Lijst I Verboden handelingen met consumentenvuurwerk
Het gaat dan om de volgende situaties:
- Binnen de toegestane tijd meer dan 25 kilo consumentenvuurwerk voorhanden hebben op een voor het publiek toegankelijke plaats/ter beschikking stellen/afleveren aan particulier
- Buiten de toegestane tijd voorhanden hebben/ter beschikking stellen/afleveren aan een particulier van consumentenvuurwerk (met uitzondering het voorhanden hebben van maximaal 25 kilo op een niet voor het publiek toegankelijke plaats)
- Niet voor de detailhandel. Zie daarvoor de bijlage bij de Richtlijn bestuurlijke strafbeschikking milieu- en keurfeiten.
De toegestane tijd is gedefinieerd in art. 2.3.2 lid 2 Vuurwerkbesluit (Vwb)
Consumentenvuurwerk |
Voorhanden hebben** |
Ter beschikking stellen/afleveren |
Ter beschikking stellen/afleveren aan personen jonger dan 16 jaar onderscheidenlijk 18 jaar*** |
---|---|---|---|
t/m 25 kg (buiten toegestane tijd)* |
GB € 100 |
GB € 225 |
GB € 325 |
26 tot 50 kg |
GB € 250 |
GB € 550 |
GB € 700 |
50 tot 100 kg |
GB € 500 |
GB € 1000 |
GB € 1200 |
100 kg of meer |
GB vanaf € 750 |
GB vanaf € 1500 |
GB vanaf € 1800 |
Afsteken buiten toegestane tijd |
GB € 100 |
*Art. 1.2.4 Vwb lid 2 stelt dat het verbod niet van toepassing is in de periode dat consumentenvuurwerk o.g.v. art. 2.3.2 ter beschikking mag worden gesteld of ingevolge art. 2.3.6 tot ontbranding mag worden gebracht.
** Bij voorhanden hebben t/m 25 kg geldt dat het moet zijn op een voor publiek toegankelijke plaats.
*** Voor consumentenvuurwerk welke is ingedeeld in cat.3.
Lijst II (Lichter) professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk [2]dat niet is genoemd in lijst III.
Professioneel/niet-gedefinieerd vuurwerk niet vallend onder lijst III en IV. Voor wat betreft knalvuurwerk gaat het om knalvuurwerk met minder dan 6 gram Netto Explosieve Massa (NEM) of knalvuurwerk zonder opschriften en met een lengte van maximaal 55 mm.
Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm valt onder lijst III!
Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).
Voorhanden hebben |
Ter beschikking stellen/afleveren |
Ter beschikking stellen/ afleveren aan personen jonger dan 18 jaar |
|
---|---|---|---|
tot 25 kg |
GB € 200 tot € 400 |
GB € 400 tot € 600 |
GS 1 tot 2 weken |
25 tot 50 kg |
GB € 400 tot € 600 |
GS 1 tot 2 weken |
GS 2 tot 3 weken |
50 tot 100 kg |
GB € 600 tot € 1000 |
GS 2 tot 4 weken |
GS 3 tot 5 weken |
100 kg of meer |
GS vanaf 1 maand |
GS vanaf 6 weken |
GS vanaf 2 maanden |
Tot ontbranding brengen; per stuk |
GB 200* |
*Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.
Lijst III Specifieke soorten professioneel vuurwerk en niet-gedefinieerd vuurwerk [3]die zodanig zwaar zijn dat het in handen van particulieren (levens)gevaarlijk is.
Onder het zwaardere professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk vallen onder andere cakeboxen (batterijen), Romeinse kaarsen, fonteinen en shells (mortierbommen). Deze vuurwerkartikelen worden illegaal aan consumenten verhandeld. Het meest risicovolle type hiervan is de mortierbom (shell) die bij ondeskundig gebruik veel risico met zich meebrengt. De mortierbommen dienen met behulp van een mortierpijp te worden afgestoken. In de illegaliteit worden de mortierbommen zonder een dergelijke pijp verhandeld waardoor de kans op ongelukken aanzienlijk toeneemt. Verschillende van de mortierbommen vallen eveneens in de transportgevarenklasse ‘risico op massa-explosie’ (1.1G) vanwege de explosieve lading.
Bij het oneigenlijke (zware) professionele/niet-gedefinieerde vuurwerk gaat het om artikelen met als belangrijkste en/of enige effect een luide knal. Dit zijn vuurpijlen met uitsluitend knaleffect, zoals lawinepijlen, en ‘bangers’ zoals vlinders, nitraten en strijkers. De lading bestaat uit zogenoemd flitspoeder, een type lading dat heftiger reageert dan zwart buskruit. Voor de Nederlandse situatie is vrijwel geen tot geen professioneel gebruik bekend van dit type vuurwerk. Feitelijk is daarom sprake van oneigenlijk professioneel vuurwerk. Vanwege de explosieve lading wordt dit knalvuurwerk op grond van de ‘defaultclassificatie’ van de vervoerswetgeving voor gevaarlijke stoffen ingedeeld in de zwaarste gevarenklasse, namelijk in de gevarenklasse ‘risico op massa-explosie’ (1.1G).
Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf).
Flowerbeds met pijpen meer dan 35 mm diameter en/of meer dan 15 kg, Romeinse kaarsen meer dan 35 mm diameter |
First offender |
Recidive |
---|---|---|
1 tot 21 stuks |
TS 60 uur |
GS 6 weken tot 3 maanden ov |
21 tot 41 stuks |
TS 90 uur |
GS 4 tot 6 maanden ov |
41 tot 61 stuks |
TS 90 uur + 2 weken vw |
GS 6 tot 9 maanden ov |
61 tot 100 stuks |
TS 120 uur + 6 weken vw |
GS 9 tot 12 maanden ov |
100 tot 200 stuks |
GS 6 maanden |
GS vanaf 12 maanden ov |
200 stuks of meer |
GS 9 maanden |
GS vanaf 15 maanden ov |
Ter beschikking stellen (per aflevering) |
GS 2 maanden |
GS 3 maanden ov |
Ter beschikking stellen aan pers. jonger dan 18jr. (per aflevering) |
GS 3 maanden |
GS 4 maanden ov |
Tot ontbranding brengen; per stuk |
TS 60 uur* |
*Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.
Shells (mortierbommen), lawinepijlen (vuurpijlen met alleen knaleffect), zwaar knalvuurwerk* |
First offender |
Recidive |
---|---|---|
1 tot 21 stuks |
TS 120 uur |
GS 3 tot 6 maanden ov |
21 tot 41 stuks |
TS 180 uur |
GS 9 tot 12 maanden ov |
41 tot 61 stuks |
TS 200 uur + 1 maand vw |
GS vanaf 12 maanden ov |
61 tot 100 stuks |
TS 240 uur + 3 maanden vw |
GS vanaf 12 maanden ov |
100 tot 200 stuks |
GS 6 maanden |
GS vanaf 12 maanden ov |
200 stuks of meer |
GS 9 maanden |
GS vanaf 15 maanden ov |
Ter beschikking stellen (per aflevering) |
GS 2 maanden |
GS 3 maanden ov |
Ter beschikking stellen aan pers. jonger dan 18jr. (per aflevering) |
GS 3 maanden |
GS 4 maanden ov |
Tot ontbranding brengen; per stuk |
TS 120 uur** |
*Knalvuurwerk met meer dan 6 gram NEM of knalvuurwerk zonder opschriften en langer dan 55 mm valt onder lijst III.
**Uitgangspunt is dat een stuk vuurwerk tot ontbranding brengen hetzelfde is als een stuk vuurwerk voorhanden hebben, maar de omstandigheden waaronder het vuurwerk tot ontbranding wordt gebracht (bijv. in een voetbalstadion) maakt het maatwerk.
Lijst IV Geïmproviseerd vuurwerk (zelfgemaakt vuurwerk of vuurwerk waaraan geknutseld is)
Uitgangspunten:
- Onder geïmproviseerd vuurwerk vallen gemodificeerde vuurwerkartikelen en projectielen waarvan de lading afkomstig is uit - veelal illegaal - vuurwerk; Het betreft dan een aan een bom of explosief soortgelijk voorwerp dat is bestemd voor het veroorzaken van brand of ontploffing.
- De Wet wapens en munitie wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor:
- het vervaardigen, voorhanden hebben of overdragen van een geïmproviseerd vuurwerkexplosief;
- het voorhanden hebben of overdragen van zwaar vuurwerk, indien blijkt dat dit is bestemd voor het treffen van personen of zaken door middel van ontploffing (d.i. wapen categorie II, 7º)
(art. 55, derde lid: strafbedreiging max. 4 jaar gevangenisstraf voor categorie II
wapens).
- Het Vuurwerkbesluit wordt als de aangewezen grondslag beschouwd voor het voorhanden hebben of aan een ander ter beschikking stellen van zwaar vuurwerk ter vermaak (art. 1.2.2, strafbedreiging: max. 6 jaar gevangenisstraf);
- Het Wetboek van Strafrecht is het aangewezen wettelijk kader voor het tot ontbranding brengen van een vuurwerkexplosief (art. 157, eerste lid, en art. 170, eerste lid: strafbedreiging max. 12 jaar gevangenisstraf, bij strafverzwarende omstandigheden hoger).
Voorgeleiden en dagvaarden
Zonder erkenning vervaardigen |
Voorhanden hebben |
Aan een ander overdragen/ter beschikking stellen |
Tot ontbranding brengen |
|
---|---|---|---|---|
Geïmproviseerd vuurwerkexplosief |
GS 6 tot 9 maanden |
GS 6 tot 9 maanden |
GS 7 tot 9 maanden |
GS tenminste 15 maanden * |
* Omstandigheden waaronder of de veroorzaakte gevolgen leiden tot een hogere eis.
Legenda
Afkortingen
GB = Geldboete
TS = Taakstraf
GS = gevangenisstraf
vw = voorwaardelijk
ov = onvoorwaardelijk
[1] De vuurwerkovertredingen door minderjarigen en de tabellen voor Halt staan in de richtlijn en kader voor strafvordering jeugd en adolescenten, inclusief strafmaten Halt.
[2] Niet-gedefinieerd vuurwerk is vuurwerk dat niet is ingedeeld in categorie 1, 2, 3 of 4 en dat gelet op type en/of lading niet als consumentenvuurwerk kan worden ingedeeld.
[3]Zie voetnoot 2.