Officier van justitie
Bij het OM werken officieren van justitie. De officier bepaalt hoe de politie te werk moet gaan als de wet wordt overtreden. De officier is ervoor verantwoordelijk dat het onderzoek naar een verdachte van een strafbaar feit volgens de wet gebeurt.
Eenvoudige zaken
Soms is het werk van de officier niet zo ingewikkeld. Als een dief bijvoorbeeld op heterdaad wordt betrapt, neemt de politie hem mee naar het bureau. De politie ondervraagt de verdachte op het politiebureau om te weten te komen hoe hij heet, waar hij woont en waarom hij gestolen heeft. Hierna wordt de zaak aan de officier van justitie voorgelegd. De officier beslist wat er verder met de verdachte moet gebeuren. Of hij een boete opgelegd zal krijgen of dat hij/zij zich voor de rechter moet verantwoorden.
Ingewikkelde zaken
Wanneer een zaak complexer is of als er geen direct bewijs is tegen de verdachte, is de rol van de officier van justitie van meer betekenis. Hij of zij zal bijvoorbeeld moeten beoordelen of het nodig is om de telefoon van een verdachte af te luisteren en moeten kijken of er voldoende grond is om bij een verdachte huiszoeking te doen.
Bij deze beslissingen laat de officier zich leiden door wat in de wet staat. In de wet staat bijvoorbeeld precies omschreven in welke gevallen de politie de telefoon van een verdachte mag afluisteren en in welke gevallen de verdachte opgesloten mag worden. Ook moet de officier van justitie, als er in een onderzoek helemaal geen aanknopingspunten zijn die kunnen leiden tot een oplossing, beslissen om het onderzoek te stoppen.