ELOM:2023:022 | Dronevlucht tijdens Dodenherdenking) | AP Noord-Holland
Beslissing: 20 september 2023 AP Noord-Holland
Categorie luchtvaartzaak: Onbemande luchtvaart
Formele relaties: -/-
Inhoudsindicatie: Transactievoorstel voor vliegen zonder vergunning in specifieke categorie en niet registeren als exploitant niet aanvaard. Veroordeling door rechter conform strafeis OM.
Beslissing OM
in de zaak tegen de eigenaar en bestuurder van een drone, hierna de verdachte.
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van de detectie van een drone.
Verdenking strafbaar feit
Overtreding van art. 5 lid 1 en art. 14 lid 5 Uitvoeringsverordening 2019/947 (niet voldoen aan de voorwaarden voor de open categorie respectievelijk niet voldoen aan de registratieverplichting).
Feiten en omstandigheden
Op grond van het proces-verbaal van de politie kan naar het oordeel van het OM worden vastgesteld dat de verdachte op 4 mei 2023, voor en na de Dodenherdenking, met een drone heeft gevlogen in de omgeving [adres] te Amsterdam. Er was boven een bijeenkomst van mensen gevlogen en (mede daardoor) was de drone evenmin op een veilige afstand gehouden. De verdachte bleek evenmin voortdurend zicht te hebben gehad op de drone. Daarmee is niet aan alle voorwaarden voor het vliegen in de open categorie voldaan, terwijl de verdachte geen exploitatievergunning voor het vliegen in de specifieke categorie had.
De verdachte vloog met een drone van 249 gram die is uitgerust met een camera (DJI Mini 3 Pro). De drone is verdachtes eigendom. De verdachte heeft niet voldaan aan de verplichting om zich als exploitant te registreren.
De verdachte erkende de overtredingen. Hij verklaarde te hebben vertrouwd op de informatie in de drone app, die niet aangaf dat het een verboden gebied was, en te zijn vergeten dat het Dodenherdenking was.
Beslissing
Op 14 juli 2023 oordeelde het OM dat er voldoende bewijs was voor de beide overtredingen. De Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwet- en regelgeving schrijft als uitgangspunt voor het vliegen zonder vergunning in de specifieke categorie een boete van € 250,-- voor, met de opmerking dat vanwege de grote variëteit aan situaties waarin wordt gevlogen maatwerk is geboden. Voor het niet registreren als exploitant geldt een boete van € 100,-- als uitgangspunt.
Hoewel naar het oordeel van het OM op zichzelf sprake was van strafverhogende omstandigheden (vliegen over een bijeenkomst met mensen voor en na Dodenherdenking), is daarvan afgezien omdat de drone van de verdachte onnodig lang in beslag is gehouden.
De verdachte is daarom een transactieaanbod gedaan van € 250,-- voor het vliegen in de specifieke categorie en € 100,-- voor het niet voldoen aan de registratieverplichting.
Omdat de verdachte niet op het transactieaanbod was ingegaan, is op 20 september 2023 besloten de verdachte te dagvaarden voor de luchtvaartzitting van 15 december 2023. De verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij de transactie graag had willen betalen, maar daarvoor toen geen geld had. Hij had niet meer gevlogen en zich niet meer ingeschreven als exploitant, omdat hij zijn drone wilde verkopen. De officier van justitie heeft gelet daarop gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een geldboete van € 250,-- subsidiair 5 dagen vervangende hechtenis voor het vliegen in de specifieke categorie en tot een geheel voorwaardelijke boete van € 100,-- voor het niet registreren als exploitant. De rechter heeft de verdachte overeenkomstig die vordering veroordeeld.