ELOM:2024:009 (Drone bij schaatsbaan)

Beslissing: 11 april 2024 AP Noord-Holland

Categorie luchtvaartzaak: Onbemande luchtvaart

Formele relaties: -/-)

Inhoudsindicatie: Transactie voor vliegen bij schaatsbaan

Beslissing OM

in de zaak tegen een exploitant en bestuurder van een drone, hierna de verdachte.
 

Aanleiding onderzoek

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een melding die bij de politie is binnengekomen.

Feiten en omstandigheden

De politie heeft op [datum in het jaar] 2024 omstreeks 20.45 uur de melding gekregen om uit te kijken naar de piloot van een drone bij de schaatsbaan in [plaats], alwaar de schaatsmarathon op natuurijs werd gereden. Twee verbalisanten, die belast waren met het toezicht op en de handhaving van de openbare orde rondom dit schaatsevenement, zagen boven de schaatsbaan en het publiek een ‘groen lichtje’ heen en weer bewegen. Zij zijn gaan uitkijken naar de dronepiloot.

De verbalisanten zagen naast een [auto] ter hoogte van de ijsbaan op de secundaire rijbaan van [weg] een man staan, dat was de verdachte. Toen de verdachte de verbalisanten zag, ging hij in dit voertuig zitten. De drone hing op dat moment volgens de verbalisanten nog steeds in de lucht boven de schaatsbaan. Zij zagen het ‘groene lichtje’ nog heen en weer bewegen. Een van de verbalisanten zag dat de verdachte een apparaat in zijn handen hield waarmee hij de drone bestuurde. De verdachte heeft desgevraagd bevestigd dat hij de drone aan het besturen was en overhandigde een vliegbewijs voor de open categorie (zowel A1/A3 als A2). Daarna is hij uit het voertuig gestapt en heeft hij de drone aan de grond gebracht.

De drone betreft een FIMI X8SE uit 2020 (785 gram) waarop het exploitantennummer is aangebracht. De verdachte is de exploitant van de drone.

De verdachte heeft terplekke tegenover de verbalisanten verklaard dat hij met de drone beelden heeft gemaakt van de schaatsmarathon en dat hij hierover contact heeft gehad met [organisatie] (OM: verbonden aan [organisatie 2], die actief is op het gebied van marketing, communicatie en informatievoorziening in de regio). Tijdens het verhoor van de verdachte op 18 januari 2024 heeft hij verklaard dat hij bij de schaatsmarathon was omdat dat zijn hobby is, dat hij de beelden alleen voor privédoeleinden gebruikt en dat hij af en toe beelden online plaatst op zijn Instagram-account. De verdachte heeft geen vergoeding gehad voor het maken van de beelden. De verdachte was in de veronderstelling dat [organisatie] de organisator van het schaatsevenement was en dat hij van hen toestemming had gekregen. De verdachte heeft geen vergunning aangevraagd voor het vliegen in de specifieke categorie bij de ILT. De verdachte heeft wel een risicoanalyse uitgevoerd, waarmee hij doelde op het maken van een inschatting of hij veilig kon vliegen zonder obstakels zoals lichtmasten te raken. De verdachte heeft op een hoogte van 30 à 40 meter gevlogen. Hij heeft buiten de daglichtperiode gevlogen, maar dacht dat u dat mocht vanwege het behaalde vliegbewijs. Hij heeft echter geen ontheffing van de ILT voor het vliegen buiten de daglichtperiode.

Bij het schaatsevenement waren volgens de verbalisanten ongeveer 2.000 bezoekers aanwezig. Er was veel media-aandacht voor het evenement. De schaatsmarathon is live op de televisie uitgezonden.

Overwegingen omtrent het bewijs

Een overtreding waarover geen discussie bestaat, is dat de verdachte zonder vrijstelling of ontheffing heeft gevlogen buiten de daglichtperiode (in het donker). Dat is, ongeacht de vluchtcategorie, als een afzonderlijke overtreding strafbaar gesteld. [1]

Daarnaast kan naar het oordeel van de luchtvaartofficier van justitie op grond van de feiten en omstandigheden worden vastgesteld dat de verdachte in de specifieke categorie heeft gevlogen, terwijl hij daarvoor geen vergunning had. De vlucht moet in de specifieke categorie worden ingedeeld, omdat niet is voldaan aan alle voorwaarden voor het vliegen in de open categorie.

In de eerste plaats is niet voldaan aan de voorwaarde dat de piloot op afstand ervoor zorgt dat de drone op een veilige afstand van mensen wordt gehouden en dat niet wordt gevlogen boven een bijeenkomst van mensen. [2] Een schaatsevenement met 2.000 bezoekers impliceert dat sprake is van een bijeenkomst van mensen.

Dat komt naar voren in een richtsnoer die de European Union Aviation Safety Agency (EASA) hierover heeft opgesteld. Daarin worden ‘sport events’ expliciet als voorbeeld genoemd. [3] De verdachte heeft verklaard dat hij niet boven, maar bij een bijeenkomst van mensen heeft gevlogen. Volgens de verdachte heeft hij alleen aan de zij- en voorkant van de ijsbaan gevlogen, niet erboven. Deze verklaring wordt tegengesproken door de waarneming van de verbalisanten, die de drone boven de schaatsbaan en het publiek hebben waargenomen. De videobeelden, die de verdachte online heeft geplaatst, ondersteunen dat hij erboven heeft gevlogen.

Voorts blijkt uit de feiten en omstandigheden dat de verdachte de drone niet voortdurend in het zicht heeft gehad, dat de drone niet in de follow-me modus stond en dat hij evenmin een waarnemer heeft ingeschakeld. [4] Immers, de verdachte heeft de drone (toen hij de verbalisanten zag) ook vanuit zijn voertuig bestuurd en tijdens het besturen zijn vliegbewijs aan de verbalisanten overhandigd. Daarmee staat vast dat de verdachte de drone niet voortdurend in het zicht had. Uit de bewegingen van de drone volgt bovendien dat de drone niet in de follow-me modus stond, terwijl de verdachte daar alleen en dus zonder waarnemer aanwezig was.

Dat betekent dat formeel sprake is van een vlucht in de specifieke categorie, waarvoor bij de ILT een vergunning moet zijn aangevraagd en verkregen. [5] Het zonder vergunning vliegen in de specifieke categorie is als overtreding strafbaar gesteld. [6] Deze overtreding heeft de verdachte als exploitant gepleegd. [7]

Overwegingen ten overvloede

Gelet op alle feiten en omstandigheden ziet de luchtvaartofficier van justitie aanleiding de verdachte op het volgende te wijzen. Een vlucht met dit type drone valt – gezien het gewicht daarvan – in de open categorie en wordt ingedeeld buiten subcategorie A1. Daarom had de verdachte zich, ook als de vlucht wel in de open categorie kon worden ingedeeld, moeten houden aan de voorwaarden voor de subcategorie A2 of A3.

Volgens het voorschrift UAS.OPEN.030 mag er binnen de subcategorie A2 bijvoorbeeld niet over niet-betrokken personen worden gevlogen en moet er ten opzichte van die niet-betrokken personen in principe ten minste een veilige horizontale afstand van 30 meter in acht worden genomen. Binnen subcategorie A3 zijn de regels nog strikter. Volgens het voorschrift UAS.OPEN.040 moet er bijvoorbeeld een veilige horizontale afstand van minstens 150 meter van woon-, handels-, industrie- of recreatiezones in acht worden genomen. Uit de feiten en omstandigheden blijkt dat noch aan deze voorwaarden van de subcategorieën A2 en A3 is voldaan.

Een extra complicatie bij dit type drone is dat het geen Cx-label heeft. Met ingang van 1 januari 2024 is een dergelijk Cx-label verplicht, ook voor drones die eerder zijn aangeschaft. Zonder zo’n Cx-label valt een drone zoals deze vanwege zijn gewicht automatisch in subcategorie A3. [8] Daarmee moet de verdachte bij toekomstige vluchten rekening houden, omdat binnen deze subcategorie strikte voorwaarden gelden.

Beslissing

In de Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwet- en regelgeving zijn uitgangspunten geformuleerd voor de straftoemeting van droneovertredingen. Voor zowel het vliegen buiten de daglichtperiode als het zonder vergunning vliegen in de specifieke categorie is het uitgangspunt een boete van € 250,--.

Het vliegen buiten de daglichtperiode valt u naar mijn oordeel het zwaarste aan te rekenen. Dat de verdachte meende dat hij vanwege uw vliegbewijs mocht vliegen buiten de daglichtperiode, acht de luchtvaartofficier van justitie niet geloofwaardig. Uit het onderzoek zijn met betrekking tot dit feit overigens geen strafverhogende omstandigheden naar voren gekomen. Zo is dit feit bijvoorbeeld niet gepleegd met een financieel motief.

Dat kleurt ook de tweede overtreding, het vliegen in de specifieke categorie. De verdachte heeft niet in de specifieke categorie gevlogen om daarmee geld te kunnen verdienen. De verdachte is gedreven door uw hobby. De luchtvaartofficier van justitie gaat er ook niet vanuit dat het zijn intentie was om boven een bijeenkomst van mensen te vliegen en om de drone niet voortdurend in het zicht te houden. Bovendien heeft de verdachte de dronevlucht lokaal proberen af te stemmen. Dit neemt de strafbaarheid weliswaar niet weg, maar wel een deel van de strafwaardigheid ten aanzien van dit feit.   

Alles afwegende is de luchtvaartofficier van justitie tot de slotsom gekomen dat in dit geval in totaal een boete van € 350,-- passend is: een boete van € 250,-- voor het vliegen buiten de daglichtperiode en een boete van € 100,-- voor het vliegen in de specifieke categorie.

Dit is als transactie voorgesteld aan de verdachte. De verdachte heeft dit voorstel aanvaard.

[1] Art. 18 lid 1 Besluit luchtverkeer 2014, dat als overtreding strafbaar is gesteld via art. 5.5 Wet luchtvaart, art. 33 Besluit luchtverkeer 2014 en art. 11.9 lid 1 aanhef onder b en 4 Wet luchtvaart.

[2] Art. 4 lid 1 aanhef onder c Uitvoeringsverordening 2019/947.

[3] Zie richtsnoer ‘GM1 Article 2(3) Definitions’, bijlage bij besluit 2019/021/R. Deze richtsnoer heeft betrekking op de definitie van bijeenkomsten van mensen in art. 2 lid 3 Uitvoeringsverordening 2019/947.

[4] Art. 4 lid 1 aanhef onder d Uitvoeringsverordening 2019/947.

[5] Art. 5 lid 1 Uitvoeringsverordening 2019/947.

[6] Art. 5 lid 1 Uitvoeringsverordening 2019/947 is in art. 3.1 aanhef onder f Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid aangewezen als een voorschrift als bedoeld in art. 1.6 Wet luchtvaart. 

[7] Als piloot op afstand is de verdachte eveneens in overtreding, omdat er geen exploitatievergunning is waarin de bij de vluchtuitvoering passende vaardigheden van de piloot op afstand zijn omschreven en de verdachte evenmin een vaardigheidsbewijs bij zich had. Zie UAS.SPEC.060 lid 1 onder b Uitvoeringsverordening 2019/947 is in art. 3.1 aanhef onder f Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid eveneens aangewezen als een voorschrift als bedoeld in art. 1.6 Wet luchtvaart. 

[8] Art. 20 aanhef onder b Verordening 2019/947.