ELOM:2024:012 (Sepot door vrijwillige afstand drone)

Beslissing: 19 april 2024 AP Noord-Holland

Categorie luchtvaartzaak: Onbemande luchtvaart

Formele relaties: -/-

Inhoudsindicatie: In opwelling met drone vliegen om naar rondvliegende vliegtuigen te kijken. Inzicht achteraf in gevaarzetting, volledige medewerking aan onderzoek en vrijwillige afstand van drone. Sepot vanwege afstand drone en positieve houding verdachte.

Beslissing OM

in de zaak tegen een exploitant en bestuurder van een drone, hierna de verdachte.
 

Aanleiding onderzoek

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een dronedetectie in een CTR door de Koninklijke Marechaussee (KMar).     

Verdenking strafbaar feit

Overtreding van art. 5 lid 1 Verordening 2019/947 (zonder vergunning uitvoeren van een vlucht in de specifieke categorie).

Feiten en omstandigheden

Op grond van het proces-verbaal van de KMar kan naar het oordeel van de luchtvaartofficier van justitie worden vastgesteld dat er op [datum in het jaar] 2023, omstreeks 10:42 uur, tijdens de herdenking [naam herdenking] een drone op 396,2 meter hoogte vloog in de Deelen CTR boven een wijk in [plaats]. Op hetzelfde moment vlogen in het kader van de herdenking vliegtuigen op 300 meter over. De verbalisant is na deze dronedetectie gegaan naar het adres waar de bestuurder van de drone zou staan, namelijk ter hoogte van [adres] te [plaats] (naar later bleek verdachtes woonadres). Omstreeks 10:55 uur was de verbalisant ter plaatse en zag hij dat een manspersoon een controller voor het besturen van een drone vast had. Deze persoon was de verdachte. De verbalisant heeft hem gesommeerd om de drone te laten landen.

De drone betreft een DJI Mini 3 Pro, die 249 gram weegt. De verdachte was de exploitant van de drone en had het exploitantennummer op de drone aangebracht. De drone met toebehoren is in beslag genomen en de verdachte heeft daarvan vrijwillig afstand gedaan.

De verdachte heeft tegenover de verbalisant op de dag zelf verklaard dat hij aan het vliegen was om vliegtuigen te kunnen spotten. Uit onderzoek is gebleken dat hij met de drone niet alleen in de Deelen CTR vloog, maar ook dat hij met uw drone in de buurt van de vliegtuigen heeft gevlogen en foto’s van die vliegtuigen heeft gemaakt. De verdachte vloog op ongeveer dezelfde hoogte als de vliegtuigen. Voorts is gebleken dat hij ook binnen 25 meter van een spoorlijn heeft gevlogen op een hoogte van 229,8 meter.

Tijdens zijn verhoor heeft de verdachte tegenover de KMar verklaard dat hij weet dat hij niet boven de 120 meter mag vliegen en dat hij in een opwelling heeft gehandeld. De verdachte zag een aantal vliegtuigen rondvliegen en werd daardoor nieuwsgierig. Hij heeft toen de drone gepakt om de vliegtuigen te bekijken, ook om deze te laten zien aan zijn familie. De verdachte zat met zijn familie op de stoeprand, toen de KMar ineens bij hem stond om te zeggen dat de drone naar beneden moest. Dit heeft indruk op de verdachte en zijn familie gemaakt. De verdachte heeft verklaard spijt te hebben van zijn handelen en achteraf echt in te zien dat het gevaar had kunnen opleveren.

Beslissing

Op grond van de feiten en omstandigheden stelt de luchtvaartofficier van justitie vast dat de verdachte aan een belangrijke voorwaarde voor het vliegen in de open categorie niet heeft voldaan, namelijk aan de voorwaarde dat niet hoger dan 120 meter wordt gevlogen. Dit betekent dat daardoor sprake is geweest van een vlucht met een drone in de specifieke categorie, zonder dat daarvoor een vergunning is aangevraagd en verkregen.

Het uitgangspunt voor het zonder vergunning vliegen in de specifieke categorie is volgens de Richtlijn voor strafvordering luchtvaartwet- en regelgeving een geldboete van € 250,--. Bij dat uitgangspunt is opgemerkt dat maatwerk is geboden vanwege de verschillende voorwaarden die kunnen zijn overtreden. Deze zaak is daarvan een voorbeeld, omdat u ruim boven de 120 meter en nota bene in de buurt van vliegtuigen heeft gevlogen. Daar komt bij dat de verdachte vloog in een gebied waar drones in de open categorie niet zijn toegestaan (in de Deelen CTR en dichtbij een spoorlijn). Op basis daarvan meent de luchtvaartofficier van justitie dat een geldboete van € 1.000,-- passender is als uitgangspunt.

In verdachtes voordeel weegt de luchtvaartofficier van justitie echter mee dat hij inmiddels de gevaarzetting inziet, dat het gebeuren indruk op hem en zijn familie heeft gemaakt, dat hij volledig heeft meegewerkt met het onderzoek en dat hij vrijwillig afstand heeft gedaan van de drone.

De afstand van de drone, die een behoorlijke waarde vertegenwoordigt, betekent dat de verdachte financieel al is geraakt. Mede gezien de positieve houding van de verdachte is de luchtvaartofficier van justitie van oordeel dat de verdachte met het doen van afstand van de drone voldoende is gestraft. De strafzaak is daarom geseponeerd.