ELOM:2024:018 (Drone boven rijksweg)
Beslissing: 23 mei 2024 AP Noord-Holland
Categorie luchtvaartzaak: Kleine bemande luchtvaart
Formele relaties: -/-
Inhoudsindicatie: Onderzoek naar drone uit voorvalmelding vroegtijdig beëindigd.
Beslissing OM
in de zaak tegen een exploitant en/of bestuurder van een drone, hierna de verdachte.
Aanleiding
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een voorvalmelding die door het Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen (ABL) aan het OM is doorgegeven. De door het ABL doorgestuurde melding is gedaan door een burger, die verwijst naar een video bij een nieuwsbericht op de website [website] en opmerkt dat dit een op [datum in het jaar] 2024 uitgevoerde dronevlucht betreft boven de N280 in een gebied waar niet beneden 3000 voet mag worden gevlogen (EHTSA28).
Het ABL heeft op basis van deze voorvalmelding het vermoeden dat sprake is van ‘het opzettelijk in gevaar brengen van automobilisten op de snelweg’. Het ABL overwoog dat vermoedelijk de horizontale afstand ten opzichte van de snelweg, als bedoeld in art. 6 Regeling onbemande luchtvaartuigen, niet in acht is genomen en dat de vlucht bovendien in EHTSA28 plaatsvond. Daarnaast overwoog het ABL dat de eigenaar/bestuurder van de drone vooralsnog geen melding heeft gedaan en dat dit een schending van de meldplicht is als bedoeld in Verordening 376/2014.
Onderzoek
De beelden van de vlucht waren te zien op de nieuwssite van [website]. In de beelden was het logo van een videoproductiebedrijf gemonteerd. Gelet hierop is de eigenaar van het videoproductiebedrijf als verdachte aangemerkt voor (uitlokking van) overtreding van art. 6 Regeling onbemande luchtvaartuigen. In aanmerking genomen dat de verdachte niet is vermeld in de lijst met exploitanten die een vergunning hebben voor het vliegen in de specifieke categorie, wordt ervan uitgegaan dat sprake is geweest van een vlucht in de open categorie. Op de beelden is te zien dat met een drone boven (stil staande en rijdende) personenauto’s is gevlogen. Van feitelijk gevaar of hinder is niet gebleken. De luchtvaartpolitie heeft bijvoorbeeld geen meldingen ontvangen van bestuurders die schrokken van de drone.
Een andere verdenking levert de melding niet op. Het door de melder genoemde EHTSA28 is een Tijdelijk Gebied met Beperkingen. Dit gebied is alleen op de eerste zaterdag in de maand september gesloten, derhalve niet op de dag waarop deze dronevlucht plaatsvond.
Beslissing
Het OM heeft in overleg met de luchtvaartpolitie besloten het onderzoek naar deze doorgegeven melding vroegtijdig te beëindigen. De reden daarvoor is gelegen in de beperkte opsporingsindicatie en de beperkte ernst van het strafbare feit. Weliswaar vermeldt de video dat de verdachte de bron daarvan is, maar dat betekent niet zonder meer dat de verdachte de exploitant van de drone is geweest. De verdachte kan de video van een ander hebben ontvangen en deze (al dan niet na bewerking daarvan) hebben voorzien van het eigen logo. Een eventuele ontkenning van de verdachte kan niet door bewijs worden weerlegd. De video biedt ook geen aanknopingspunten voor verder onderzoek. Meegewogen is verder dat het strafbare feit een overtreding en geen misdrijf betreft. In algemene zin is bij de opsporingsdiensten en het OM de capaciteit niet aanwezig om te investeren in onderzoeken naar zulke overtredingen, tenzij sprake is van een heterdaadsituatie of een goede opsporingsindicatie.
Gelet op het voorgaande is in dit geval besloten om de verdachte door de luchtvaartpolitie te laten informeren dat een melding over deze dronevlucht is gedaan, dat de indruk bestaat dat daarmee een overtreding is gepleegd en dat besloten is te volstaan met het wijzen op de geldende wet- en regelgeving. De verdachte was zich van geen kwaad bewust en was niet van alle droneregels op de hoogte. De adviezen die de luchtvaartpolitie daarover heeft gegeven, zou hij ter harte nemen.