OM eist taakstraf en voorwaardelijke celstraf wegens vervaardigen en verspreiden deepfake pornovideo

De officier van justitie heeft vandaag een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden geëist tegen een 39-jarige man uit Amersfoort die ervan wordt verdacht een pornovideo te hebben vervaardigd en verspreid waarbij hij via digitale bewerking het gezicht van het slachtoffer op het hoofd van de pornoactrice zou hebben geplaatst. Daarbij zou hij gebruik hebben gemaakt van deepfake software. De deepfake bewerking van het originele filmpje is zo levensecht dat het nauwelijks is te onderscheiden als deepfake.

Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft het vervaardigde filmpje onderzocht en aanwijzingen gezien dat het inderdaad een deepfake betreft. Vervolgens heeft het NFI het originele filmpje op internet aangetroffen, waardoor vast is komen te staan dat het vervaardigde filmpje een door deepfake technologie bewerkte video van het origineel is.

Het IP-adres van de verdachte is naar voren gekomen in het onderzoek dat het slachtoffer zelf naar het account van de verdachte heeft gedaan. De verdachte heeft bekend het filmpje te hebben gemaakt en verspreid.

Consequenties

Het slachtoffer heeft aangifte gedaan, ze voelde zich slachtoffer van een zedendelict. De officier in zijn requisitoir: “Veel mensen zullen het onderscheid tussen echt en deepfake niet kunnen maken, waardoor het slachtoffer in haar privacy wordt en is aangetast. (-) Het is belangrijk dat de consequenties van dit soort deepfakes breder bekend worden. Dat slachtoffers hier veel last van hebben, dat ze zich vernederd en machteloos voelen omdat ze zich nauwelijks kunnen verweren. En dat terwijl ze totaal geen aandeel hebben gehad in het tot stand komen van het materiaal en er ook geen aanleiding toe hebben gegeven. (-) De gevolgen zijn groot, omdat de film onverwijderbaar, altijd opvraagbaar, terugvindbaar en een voortdurende “eeuwige” inbreuk op de privacy van het slachtoffer is.”

De officier eiste een taakstraf van 120 uur en een voorwaardelijke celstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. Bij het bepalen van de eis heeft hij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Verdachte is een first offender, heeft bekend en lijkt oprecht spijt te hebben van de gevolgen van zijn handelen. Ook heeft hij het afgelopen jaar aan zichzelf gewerkt en is hij in behandeling gegaan.