Celstraffen tot zes jaar geëist tegen zeven personen verdacht van ontvoering 15-jarige jongen

Vandaag hebben de officieren van justitie celstraffen variërend van drie tot zes jaar geëist tegen vijf mannen en twee vrouwen die ervan worden verdacht betrokken te zijn geweest bij de ontvoering van een 15-jarige jongen uit De Pijp in Amsterdam op 10 januari 2023. Ook eisten ze voor een periode van vijf jaar een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod. De ontvoering vond plaats aan de hand van een vooropgezet plan waarin alle zeven verdachten een eigen rol hadden.

Op dinsdagochtend 10 januari vorig jaar werd de 15-jarige jongen voor zijn eigen woning in de Tweede Jan Steenstraat aangesproken door een vrouw die hem vroeg even te helpen een ladder in een bestelbus te leggen. Toen hij aan dat verzoek gehoor gaf, werd hij door twee mannen het busje ingetrokken en meegenomen. Nadat een getuige die dat had zien gebeuren 112 had gebeld en het kenteken had doorgegeven, kon de bestelbus drie kwartier later al op de snelweg A27 door de politie tot stilstand worden gebracht. Het slachtoffer kon worden bevrijd en de drie mannen die in de bestelbus zaten konden worden aangehouden. In de laadruimte van het busje werden onder meer een stroomstootwapen, een busje traangas en een skibril aangetroffen.

Nauw en bewust samengewerkt

De overige vier verdachten konden in maart en april vorig jaar worden aangehouden. De vijf mannen en twee vrouwen - in leeftijd variërend van inmiddels 30 tot 42 jaar - hebben wat het OM betreft bij de ontvoering ‘nauw en bewust samengewerkt’. Ieder had daarbij zijn eigen rol, zo lichtte het OM vandaag toe. De 42-jarige verdachte zou de spil in het geheel zijn geweest en met alle verdachten contact hebben onderhouden. De 36-jarige vrouw had de rol van lokker van het slachtoffer, één verdachte zou de bestelbus hebben bestuurd en twee mannen zouden de jongen daadwerkelijk de laadruimte van de bus in hebben getrokken. Behalve de vrouwelijke verdachte die de jongen op straat had aangesproken, waren nog twee mannen op de plaats delict aanwezig. Met twee personenauto’s begeleidden zij aanvankelijk het bestelbusje met het ontvoerde slachtoffer.

De zevende verdachte, een vrouw van 34 jaar, zou een vakantiehuis in Langbroek hebben gehuurd. Uit het onderzoek is duidelijk geworden dat de ontvoerders met het slachtoffer op weg waren naar dat vakantiehuis dat de verdachten voor een aantal dagen hadden gehuurd. In dat huis was alles in gereedheid gebracht om het slachtoffer ongezien vast te houden. Zo was op de ramen op de overloop en in de badkamer plastic folie aangebracht zodat ze waren geblindeerd.

Het OM constateert dat er sprake is geweest van een ‘precieze en professionele uitvoering’ waar een gedegen voorbereiding aan vooraf was gegaan. Op basis van de beelden, de inhoud van de telefoons en de locatiegegevens is ook duidelijk dat de verdachten op verschillende momenten in groepen bij elkaar zijn geweest. De vijf mannelijke verdachten communiceerden in een appgroep waarin de deelnemers de namen van verschillende Europese landen hadden gekregen. In de dagen voorafgaand aan de ontvoering werden tal van voorbereidingen getroffen: auto’s werden gehuurd, een stroomstootwapen werd aangeschaft en de plek waar daadwerkelijk de ontvoering zou plaatsvinden werd meermalen bezocht.

Motief

Het motief voor de ontvoering lijkt gelegen in een overval op een woning aan het Amsterdamse Minervaplein op 18 december 2022 waarbij het slachtoffer van de ontvoering samen met een vriendje aanwezig was. Bij die overval zou 200.000 euro in contanten zijn buitgemaakt. De broer van de hoofdbewoonster van die betreffende woning heeft kort na de overval indringend met de 15-jarige jongen en zijn vriendje gesproken over hun mogelijke betrokkenheid. Ook heeft deze broer kort na de woningoverval een afspraak met de 42-jarige verdachte. Enkele dagen na de overval op 18 december 2022 worden de eerste voorbereidingen getroffen voor de ontvoering drie weken later.

Eisen

Tegen drie mannen van inmiddels 42, 30 en 36 jaar eisten de officieren zes jaar gevangenisstraf. Twee mannen van 35 en 37 jaar hoorden een straf van vijfeneenhalf jaar tegen zich eisen. Tegen een 36-jarige vrouw eisten de officieren vijf jaar cel en tegen een 34-jarige vrouw drie jaar cel. Tegen alle verdachten eisten de officieren voor een periode van vijf jaar een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod.

De officieren vandaag in het requisitoir: “Het slachtoffer is op klaarlichte dag toen hij op weg was naar school door twee mannen en een vrouw onverhoeds met geweld de laadruimte van een bus ingetrokken en geduwd. Hij is daarbij onder valse voorwendselen meegelokt door hem te vragen een ladder te dragen naar de achterkant van de bus. Sluw en geraffineerd. (-) Wij weten nu dat het lichamelijk betrekkelijk goed met hem is afgelopen maar het slachtoffer moet vanaf het moment dat hij werd gegrepen tot aan zijn bevrijding doodsangsten hebben uitgestaan. De langste minuten van zijn leven. Zijn gegil op straat ging door merg en been en is ook niet onopgemerkt gebleven bij omstanders. Het slachtoffer en zijn naasten is angst aangejaagd. Zoals de moeder van het slachtoffer op zitting tot uitdrukking heeft gebracht: de jongen, zijn ouders, zus en broertjes gingen door een hel.”