Taakstraf geëist tegen eigenaresse 't Perronnetje Hilversum voor mishandeling

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag een taakstraf geëist tegen de voormalig eigenaresse van  ijssalon ’t Perronnetje in Hilversum. De 38-jarige vrouw uit Hilversum wordt verdacht van mishandeling van een 20-jarige Hilversummer. De zaak tegen een andere verdachte die betrokken was bij het incident en verdacht wordt van belediging van de vrouw, is aangehouden in afwachting van de beslissing van het Hof inzake een artikel 12 klacht van de vrouw.

Het incident vond plaats op 17 augustus 2017. Toen de vrouw die dag bij de ijssalon kwam aanrijden, zaten er twee jongen op een bankje voor de ijssalon en kwam er een derde jongen aanlopen. De lezingen van de jongens enerzijds en de vrouw anderzijds over wat er daarna gebeurde, lopen sterk uiteen. Om de feiten vast te stellen zijn hun verklaringen getoetst aan beschikbare beelden en getuigenverklaringen.

Op de beelden van een getuige en van een van de jongens bleek dat de vrouw één van de jongens een aantal malen met een stok sloeg, in zijn gezicht sloeg en in zijn nek krabde. Hij probeerde dit af te weren met zijn linkerhand. In zijn rechterhand had hij een blikje fris vast; hij gooide dat naar haar toe toen het niet lukte om de stok af te pakken. Daarna liep hij weg. Na het incident was zijn T-shirt kapot en bebloed, hij had pijn aan zijn armen en zijn oordopjes waren kapot. Er waren ook beelden van de camera van de ijssalon maar de eigenaresse heeft deze niet aan de politie willen geven. Daarnaast is er een verklaring van een medewerkster van de ijssalon dat ‘de jongens er wel vaker zaten, maar helemaal niets deden’.

Zowel de vrouw als de jongen die was geslagen, deden aangifte. Gezien hun beider betrokkenheid en de hoogoplopende emoties rond dit incident, heeft de officier van justitie aanvankelijk ingezet op mediation. De vrouw had aangegeven al langer overlast te ervaren en meende dat de pesterijen voortkwamen uit racistische motieven. Mediation zou een duurzamer oplossing kunnen brengen in de verstoorde verhouding dan een strafrechtelijke afdoening, naar de mening van de officier. Nu het niet is gelukt dit tot stand te brengen, rest het Openbaar Ministerie niets anders dan de zaak voor te leggen aan de rechter.

Op de zitting gaf de vrouw aan zich bedreigd te voelen omdat een van de jongens een mandarijn in haar richting had gegooid. In haar requisitoir zei de officier van justitie dat er wettig en overtuigend bewijs is voor de mishandeling op basis van de beelden en verklaringen. Zonder zich te vergewissen of deze jongens ergens schuld aan hadden, haalde de vrouw een stok uit haar winkel en sloeg een van de jongens ermee. Haar verklaring dat ze zich moest verdedigen, komt niet overeen met de beelden. De jongens zaten nietsvermoedend op de bank voor de ijssalon, er ging geen enkele agressie van hen uit. Zij was het die de stok haalde en direct begon te slaan. Dat betekent dat de vrouw zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling. De officier van justitie eiste tegen de vrouw een taakstraf van 120 uur waarvan 60 uur voorwaardelijk. Ook moet de vordering van de benadeelde partij worden toegewezen.