Acht jaar celstraf geëist voor dodelijk ongeval Kardinaal de Jongweg

Het openbaar Ministerie heeft vandaag acht jaar celstraf en vijf jaar rijontzegging geëist tegen een 26-jarige man die ervan verdacht wordt op 9 december 2017 een ongeval te hebben veroorzaakt op de Kardinaal de Jongweg in Utrecht. Door de botsing belandde de auto van een 21-jarige vrouw in het water. Op 20 december kwam zij te overlijden.

Na de botsing kwam de auto van de verdachte, waarin hij met twee vrienden zat, tegen een boom tot stilstand. De bestuurder hielp de inzittenden uit de auto, riep tegen omstanders ‘geen politie’, belde niet 112 maar een vriend om hem op te halen en verliet de plaats van het ongeluk te voet. Hij wordt ervan verdacht het ongeval te hebben veroorzaakt. Niet alleen reed hij, volgens verklaringen, onder invloed; ook reed hij te hard – 98 km/uur waar 50 km/uur is toegestaan -, week niet uit en minderde geen vaart.

Daarnaast is hem doodslag op de 21-jarige automobiliste ten laste gelegd. De verdachte heeft niet omgekeken naar het slachtoffer en nagelaten de hulpdiensten te bellen. Hij vertelde evenmin dat er een auto in het water lag. Een taxichauffeur ontdekte en meldde dit. De verdachte was toen al niet meer op de plaats van het ongeval. Met grote spoed werd de auto daarna op de kant getakeld en werd de reanimatie gestart. Omdat de verdachte niet gelijk meldde dat de auto die was aangereden in het water lag, bleef de jonge vrouw langer dan nodig in haar auto onder water liggen. Hierdoor is ze uiteindelijk overleden. Als doodsoorzaken zijn hersenbeschadiging en longbeschadiging door bijna verdrinken vastgesteld.

Tijdens de zitting kwam de verdachte terug op eerdere verklaringen bij de politie en de rechter-commissaris. Eerder had hij verklaard wodka te hebben gedronken en lachgas te hebben gebruikt.  Hij had de auto zien aankomen en geprobeerd uit te wijken, wat niet was gelukt. Vandaag zei hij niets te hebben gebruikt. De auto van de vrouw had hij niet gezien en de botsing had hij niet gemerkt, zo verklaarde hij tegenover de rechter.

De officier van justitie ging uit van de eerdere verklaringen en hield de verdachte voor dat hij uitermate lichtzinnig had gehandeld. Te hard rijden, onder invloed, op een onoverzichtelijk punt, in het donker, met sneeuw op de weg moet worden aangemerkt als roekeloos rijgedrag. Door geen hulp in te roepen voor het slachtoffer of zich om haar te bekommeren, heeft hij de kans aanvaard dat ze zou komen te overlijden. Zodoende is er sprake van voorwaardelijke opzet op de dood van de vrouw. De officier nam het de verdachte kwalijk dat hij geen enkele spijt heeft betuigt tegenover de ouders en de broer van de vrouw.

De verdachte heeft niet mee willen werken aan een persoonlijkheidsonderzoek. Wel zijn oude rapportages bekend van de verdachte die een zorgelijke beeld laten zien en is er het strafblad met daarop eerdere verkeers- en andere feiten. Rekening houdend met alle feiten en omstandigheden eiste de officier van justitie zodoende een gevangenisstraf van acht jaar en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de maximale periode van vijf jaar. Ook eiste de officier de vorderingen van de benadeelde partijen, een bedrag van bijna 16 duizend euro, toe te wijzen. Elf dagen lang hebben zij gehoopt dat hun dochter en zus weer wakker zou worden,  uiteindelijk hebben ze afscheid van haar moeten nemen.