Celstraf geëist voor schieten op Koningsdag in Woerden

Tegen een 45-jarige Woerdenaar is vandaag een gevangenisstraf van 3,5 jaar geëist voor poging doodslag, wapenbezit en vernieling. Het incident vond plaats in de namiddag van Koningsdag, 27 april van dit jaar. De verdachte schoot op dat moment enkele malen nadat een man hem had aangevallen en mishandeld. Dit was voor de woning van zijn moeder aan het Tournoysveld in Woerden. Aanleiding voor het incident was een conflict tussen de twee mannen.

De verdachte was op de motor en stond voor de woning van zijn moeder met haar te praten. Zij bevond zich op dat moment op het balkon. Het slachtoffer kwam aanrijden met de auto, stapte uit en viel de verdachte aan. Er werden rake klappen uitgedeeld. De verdachte verweerde zich, haalde daarop een wapen tevoorschijn en schoot drie keer. Niemand raakte gewond, maar hij raakte wel een reclamebord en een geparkeerde auto. De automobilist stapte toen weer in en reed weg.

Enkele dagen later meldde de verdachte zich bij de politie. Hij bekende te hebben geschoten en verklaarde dat hij zijn aanvaller alleen maar wilde wegjagen. De man op wie hij had geschoten was lid van de Outlaw Motor Gang Caloh Wagoh en zou betrokken zijn geweest bij de aanslag op het gebouw van de Panorama. Het conflict dat aanleiding was voor de aanval en het schieten, betrof de afpersing van een ondernemer in Woerden, een vriend van de verdachte voor wie hij opkwam. 

De verdachte had weliswaar aangegeven dat hij zijn aanvaller alleen maar wilde intimideren en van het lijf houden, maar de officier van justitie vond poging doodslag bewezen. Getuigen hebben hier verschillend over verklaard: sommigen zeggen dat hij uit de losse pols schoot, anderen zeiden dat het schieten gericht was. Doorslaggevend is het schootslijnonderzoek dat uitwijst dat de verdachte wel degelijk in de richting van zijn aanvaller schoot, “en dat gaat verder dan bedreiging”, stelde de officier van justitie. De verdachte heeft het wapen getrokken en gelijk geschoten, niet in de lucht of in de grond maar horizontaal. Bovendien loste hij het derde schot toen zijn aanvaller al weg liep.

Volgens het Openbaar Ministerie was er wel sprake van een noodweersituatie – de verdachte werd immers opeens aangevallen – maar schieten als je wordt geslagen is niet proportioneel. Ook noodweerexces vond het Openbaar Ministerie niet aannemelijk omdat de vereiste hevige gemoedsbeweging voortkwam uit het eerdere conflict en niet werd veroorzaakt door de mishandeling op dat moment. Evenmin kan de verdachte een beroep doen op psychische overmacht. Er was sprake van een confrontatie die escaleerde, maar dan nog is gelijk gericht schieten niet een passende reactie. In zijn strafeis hield de officier van justitie rekening met het gevaar dat uitgaat van het schieten op de openbare weg en het risico voor omstanders of voorbijgangers. Strafverminderend is het feit dat de verdachte de confrontatie niet had uitgelokt of opgezocht. De officier eiste zodoende een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek van het voorarrest. Daarnaast moet de verdacht nog een werkstraf van 30 uur doen die hij eerder als voorwaardelijke straf voor een ander feit kreeg opgelegd. De rechtbank sluit het onderzoek op vrijdag 14 januari om 12.55 uur en doet dan gelijk daarna uitspraak.