Celstraffen geëist voor oplichting met 'verkoop' mondkapjes

Drie mannen stonden vandaag terecht voor oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. De drie boden in maart 2020, het begin van de coronapandemie, mondkapjes te koop aan zonder die te leveren. Hierbij maakten ze gebruik van de gegevens van een bestaand bedrijf en van moneymules. De officier van justitie eiste gevangenisstraffen van vier en vijf jaar.

Het onderzoek startte nadat gedupeerden klanten zich melden bij het bedrijf Ali B. beheer B.V. in Almere. Ze hadden bedragen van 130.000 en 122.000 euro overgemaakt voor partijen mondkapjes maar niets ontvangen. Hun contactpersoon bleek een vervalst paspoort. Via de rekeningnummers die gebruikt waren bij de betalingen kwam de politie op het spoor van moneymules die een rekening ter beschikking hadden gesteld. En uit camerabeelden van pintransacties kwam een van de drie hoofdverdachten in beeld, een 23-jarige man uit Arnhem. Onderzoek naar zijn gegevensdragers leidde naar de twee medeverdachten, een 27-jarige Arnhemmer en een 30-jarige man zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Lopende het onderzoek werd duidelijk dat de drie mannen een samenwerkingsverband waren aangegaan. Gezamenlijk maakten ze zich schuldig aan oplichting van bedrijven die mondkapjes bij ze wilden kopen. Gezamenlijk pleegden ze valsheid in geschrifte door met gegevens van het bedrijf Ali B. beheer B.V. valselijk facturen, verzendbewijzen, emailberichten en aan- en verkoopcontracten op te stellen. Gezamenlijk hebben ze het geld witgewassen.

Hierbij hadden ze elk een eigen rol. De 30-jarige verdachte bouwde de website waarbij hij de gegevens van Ali B. beheer misbruikte. Hij deed alle ICT-gerelateerde taken zodat het een betrouwbaar bedrijf leek te zijn. De 27-jarige verdachte deed de promotie en de klantcontacten. De 23-jarige verdachte regelde de moneymules, beheerde hun bankrekeningen en –passen, en pinde het geld. Alle drie profiteerden ze ervan, bij alle drie zijn luxe goederen en/of contant geld aangetroffen terwijl geen van drieën een inkomen of spaartegoed had waarvan ze zich deze luxe konden veroorloven.

De oplichting vond plaats aan het begin van de coronapandemie, toen er nog geen vaccins waren, mensen in eenzaamheid aan het virus overleden, zorgpersoneel zich zes slagen in de rondte werkte en er een tekort aan mondkapjes was. De verdachten buitten die situatie uit voor hun eigen financieel gewin, ten koste van anderen. De officier van justitie sprak van ‘een gebrek aan sensitiviteit en een hoge mate van egoïsme. Terwijl de wereld in brand stond dachten deze mannen hier wel een slaatje uit te kunnen slaan. In deze voor velen levensbedreigende situatie hebben ze misbruik gemaakt van het vertrouwen van mensen die bezig waren met gezondheidsrisico’s te beperken. Dat reken ik de verdachten zwaar aan.’ Tegen de 23-jarige verdachte eiste ze een gevangenisstraf van vijf jaar onvoorwaardelijk, tegen de beide andere een gevangenisstraf van vier jaar. Ook vroeg ze de rechtbank de vordering van de benadeelde partij van ruim 20.000 euro toe te wijzen.