Tien maanden celstraf geëist voor veroorzaken van dodelijk ongeval in Suriname

Vandaag is tien maanden cel geëist tegen een 47-jarige man uit de gemeente Noordoostpolder. Hij wordt ervan verdacht in april 2018 in Suriname met zijn auto een voetganger te hebben aangereden en daarna te zijn doorgereden. De voetganger kwam bij het ongeval om het leven. Ook zou de verdachte in de visie van het Openbaar Ministerie een rijontzegging voor de duur van drie jaar opgelegd moeten krijgen.

Het ongeval vond plaats in de avond van 17 april 2018. Het dan 59-jarige slachtoffer steekt te voet een weg over bij een kruispunt in het buitengebied bij Lelydorp, in het district Wanica. Camera’s van een verderop gelegen winkel hebben het ongeval vastgelegd. Vlak voordat het slachtoffer bij de overkant is, wordt hij geschept door een personenauto. Zonder te remmen of uit te wijken rijdt de auto door. Het slachtoffer komt zestien meter verderop in de berm terecht. Hij overleeft de klap niet.

Verdachte vertrekt plotseling naar Nederland

De politie in Suriname start een onderzoek naar het ongeval. Voor het huis van de 47-jarige verdachte in Lelydorp wordt een Toyota met diverse schade aan de voorkant aangetroffen. De auto blijkt bij de verdachte in gebruik te zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat scherven die op de plaats van het ongeval zijn aangetroffen, passen bij de gebroken koplamp van deze auto.  

In het onderzoek zijn diverse getuigen gehoord. Een buurman verklaart dat de verdachte op de ochtend na het ongeval niet zoals gebruikelijk met zijn auto is vertrokken, maar opgehaald is door een andere auto. De partner van de verdachte heeft de politie verteld dat de verdachte de ochtend na het ongeval plotseling naar Nederland is vertrokken, omdat zijn vader ziek zou zijn. De werkgever van de verdachte in Suriname heeft verklaard dat de verdachte hem de ochtend na het ongeval heeft verteld dat hij betrokken was geweest bij het verkeersongeluk op de bewuste plek. Ook heeft zijn compagnon op een internetforum een bericht geplaatst. Hierin vraagt hij om juridisch advies, omdat een van zijn medewerkers een dodelijk verkeersongeluk zou hebben veroorzaakt. De verdachte is na zijn plotselinge vertrek naar Nederland niet meer terug gekeerd naar Suriname. Dit ondanks het feit dat hij daar een partner, een baan en een huis had.

Nederlands OM neemt onderzoek over

Na de constatering dat de verdachte zich langdurig in Nederland bevond, heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie in 2020 het onderzoek op verzoek van de Surinaamse autoriteiten overgenomen. Doordat aanvullend technisch onderzoek in Suriname nodig was, heeft het geruime tijd geduurd voordat het onderzoek afgerond was. In februari van dit jaar vond een regiezitting plaats.    

Schuld aan het ongeval

De verdachte zelf ontkent betrokken te zijn geweest bij het ongeval en zegt ook niet te weten wie er die avond dan wel in zijn auto gereden heeft. Het Openbaar Ministerie ziet in het dossier echter voldoende bewijs dat het de verdachte was die de auto de bewuste avond bestuurde. Ook acht het Openbaar Ministerie bewezen dat hij schuld heeft aan het dodelijk ongeval. Uit o.a. de videobeelden en het sporenbeeld blijkt dat hij te hard reed en niet heeft afgeremd voor de kruising. Dit terwijl het donker was en het kruispunt slechts beperkt verlicht was. Bovendien heeft de verdachte niet uitgeweken. In juridische zin wordt hem verweten aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te zijn geweest. Daarnaast is hij volgens de officier van justitie schuldig aan het verlaten van de plaats van het ongeval.

De verdachte heeft weliswaar nooit gewild dat het slachtoffer zou overlijden, maar hij heeft er door zijn rijgedrag wel schuld aan. Daar komt bij dat hij na de aanrijding niet gestopt is om eerste hulp te verlenen of hulpdiensten te alarmeren. Ook wordt de verdachte zijn gedrag en houding na het ongeval zwaar aangerekend. Hij is naar Nederland vertrokken zonder enige verantwoordelijkheid te nemen. Voor de nabestaanden, die het sinds die zwarte dag zonder hun geliefde moeten doen, is dat een extra zware last om te dragen. Het Openbaar Ministerie vindt daarom een onvoorwaardelijke celstraf van tien maanden, in combinatie met een rijontzegging voor de duur van drie jaar, op zijn plaats.   

De rechtbank doet op 5 juli uitspraak.