OM eist 4,5 jaar cel voor witwassen en drugshandel

Tegen een 25-jarige man uit Bussum eist het Openbaar Ministerie (OM) vier en een half jaar gevangenisstraf. Ook moet de man, wat het OM betreft, afstand doen van eerder in beslag genomen goederen en geld. Het gaat onder andere om 1,4 miljoen euro, zeven bitcoins, een auto en twee dure horloges. De man wordt verdacht van drugshandel, drugsbezit en witwassen.

Het bewijsmateriaal tegen de verdachte bestaat onder andere uit ontcijferde chatberichten, telefoongegevens, meldingen bij meld-misdaad-anoniem en een grote hoeveelheid geld, goederen en drugs die bij huiszoekingen zijn aangetroffen. Zo werd in juni 2022 in de chalet van de verdachte in Lopikerkapel meer dan 1,4 miljoen euro aan contant geld aangetroffen. Ook lagen er verschillende soorten verdovende middelen, waaronder cocaïne en MDMA.

Uit de chatgesprekken blijkt onder andere dat de verdachte betrokken was bij de handel in grote partijen met tienduizenden xtc-pillen en honderden liters GBL, de belangrijkste grondstof voor de productie van GHB. Al met al concludeert het OM dat de verdachte in elk geval in de periode tussen juni 2020 en september 2020 betrokken is geweest bij de handel in verschillende soorten hard- en softdrugs. Daarnaast heeft verdacht zich in de periode juni 2020 tot en met juni 2022 schuldig gemaakt aan witwassen.

Procesafspraken

Bij het bepalen van de strafmaat is rekening gehouden met de ernst van de feiten, met het strafblad van de verdachte en andere persoonlijke omstandigheden. Daarnaast zijn er procesafspraken gemaakt. Procesafspraken zijn afspraken tussen het OM en de verdediging over het verloop van de strafprocedure en/of de wijze waarop de strafzaak wordt afgedaan.

Zaken die zich ervoor lenen kunnen door procesafspraken efficiënter en sneller worden afgedaan. Slachtoffers, verdachten en samenleving krijgen eerder duidelijkheid over de uitkomst van een zaak en straffen worden sneller tenuitvoergelegd. Uiteindelijk is het aan de rechtbank om wel of niet in te stemmen met de afdoening.

In deze zaak is onder andere afgesproken dat de verdediging geen onderzoekswensen indient en dat de verdachte afstand doet van de in beslag genomen goederen en het geld. De strafeis valt hierdoor ook lager uit, dan wanneer er geen procesafspraken zouden zijn gemaakt. Alles meewegende eist het Openbaar Ministerie vier en een half jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.