Celstraf geëist voor voortzetten verboden motorclub Hells Angels
Het Openbaar Ministerie (OM) eist celstraffen tegen vijf mannen die verdacht worden van het voorzetten van de verboden motorclub Hells Angels. De verdachten werden allemaal op 20 maart 2023 aangehouden in het clubhuis van Hells Angels aan de Twijnstraat aan de Werf in Utrecht.
De mannen werden op heterdaad betrapt terwijl zij een clubavond organiseerden in het clubhuis van de Hells Angels. Dit terwijl de rechtbank heeft vastgesteld dat Hells Angels Motor Club (HAMC) in strijd is met de openbare orde en de club verboden heeft verklaard. Iets wat volgens het OM niet zonder reden is gebeurd. “Er was sprake van veelvuldig (soms zeer ernstige) geweldsincidenten en wapenbezit, waarbij leden van Hells Angels zijn betrokken, zowel wereldwijd als in Nederland”, legt de officier van justitie uit. “Een belangrijke factor is het gewelddadige imago, waarbij dat geweld op verschillende manieren wordt aangemoedigd en verheerlijkt.”
Het OM verdenkt de mannen ervan de club ook na het verbod te hebben voorgezet. “Uit het dossier volgt overduidelijk dat dit pand werd gebruikt als clubhuis van de Hells Angels”, vertelt de officier van justitie. “Niet alleen op 20 maart, maar ook in de periode tussen het onherroepelijk worden van de verbodenverklaring en de inval.” Dit bleek onder andere uit de aankleding van het pand, met allerlei Hells Angels afbeeldingen en teksten, en uit de aanwezigheid van een voorraad kledingstukken met teksten van Hells Angels. “Verder waren er onder meer drankkaarten, corvee- en schoonmaakroosters en mokken voor de leden”, vult de officier van justitie aan. “Kortom, er was sprake van een volledig ingericht clubhuis of ontmoetingsplaats en niet – zoals wordt gesteld - een woning of huiskamer.”
Met hun gedrag hebben de verdachten de beslissing van de rechtbank niet gerespecteerd. “Ze wisten dat Hells Angels een verboden organisatie was en hebben er niettemin bewust voor gekozen het clubhuis en de clubavonden in stand te houden”, stelt de officier van justitie. “Het op deze manier opzettelijk negeren van een rechterlijke uitspraak ondermijnt de rechtsstaat.” Daarom eist het OM twaalf weken gevangenisstraf, waarvan vier weken voorwaardelijk tegen een 49-jarige verdachte uit Soesterberg, een 41-jarige verdachte uit Maartensdijk, een 52-jarige verdachte uit Soesterberg en een 41-jarige verdachte uit Hoofddorp.
Tegen een 51-jarige verdachte uit Amersfoort eist het OM veertien weken gevangenisstraf, waarvan vier voorwaardelijk. Zijn strafeis valt hoger uit omdat hij tijdens zijn aanhouding een ploertendoder en enkele grammen cocaïne bij zich droeg. Daarnaast eist de officier van justitie dat de kleding die in beslag is genomen aan het verkeer wordt onttrokken. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.