OM eist 18 jaar wegens moord op echtgenoot in Zwaag

Vandaag heeft de officier van justitie 18 jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist tegen een 63-jarige vrouw uit Hoorn. Het Openbaar Ministerie (OM) acht bewezen dat zij op 12 april 2020 met voorbedachten rade en in vereniging Martin Griep in zijn woning in Zwaag heeft doodgeschoten. Een 59-jarige man uit Grootebroek hoorde een celstraf van 12 jaar tegen zich eisen wegens medeplegen van de moord. 
Op 12 april 2020, eerste paasdag, werd de 52-jarige Griep levenloos aangetroffen in zijn woning in Zwaag. Het slachtoffer zou eerder die dag een afspraak hebben met zijn echtgenote. Al geruime tijd woonden zij apart van elkaar. Nadat Griep niet was komen opdagen op een afspraak die hij later die dag had en zijn vrienden zich zorgen maakten, schakelden zij de politie in.

Maandenlange voorbereiding

Uit onderzoek komt naar voren dat de vrouw maandenlang bezig is geweest met de voorbereidingen voor de moord en met het creëren van een alibi. De officier van justitie verwoordde dit als volgt ter zitting “De vrouw heeft planmatig gewerkt. Zij heeft een vuurwapen gekocht, een afspraak met het slachtoffer gemaakt en is vermomd naar zijn huis in Zwaag gegaan, kennelijk om herkenning in de buurt te vermijden. Haar telefoon liet ze bewust achter in haar eigen woning in Hoorn om een alibi te construeren. Nadat ze Griep had beschoten, heeft ze vanaf zijn telefoon een bericht gestuurd naar haar eigen telefoon waardoor ’t zou lijken dat alles weer goed was tussen hen en dat hun afspraak die dag niet door zou zijn gegaan.” De verdachte heeft zich vlak na de moord ontdaan van het vuurwapen en van de door haar bij de moord gedragen kleding. 

Medeplegen van moord

Alhoewel de vrouw als initiator en uitvoerder van de moord wordt gezien, ziet het Openbaar Ministerie de 59-jarige man als medepleger van de moord. Hij was op de hoogte van de plannen van de vrouw, is nauw betrokken geweest bij de aankoop van het vuurwapen en heeft de vrouw geholpen zich een alibi te verschaffen door het sturen van een app-bericht als reactie op het zogenaamde app-bericht van het slachtoffer. Na de moord heeft hij samen met de vrouw het vuurwapen en de kleding van de vrouw weggemaakt. De officier van justitie zegt over zijn rol “Het plan is door de vrouw gesmeed en uitgevoerd, maar de man is onderdeel gaan uitmaken van dat plan. Hij heeft willens en wetens geholpen bij haar moordplan.”

De ernst van het feit

Ter uitvoering van het plan om Griep te vermoorden is een vuurwapen gekocht en een afspraak gemaakt met het slachtoffer. Appjes die na de moord zouden moeten bewijzen dat de afspraak op 12 april zou zijn afgezegd, zijn voor de moord al besproken en in scene gezet. Griep wordt in koelen bloede in zijn eigen woning vermoord door zijn echtgenote, van wie hij wilde scheiden. “De verdachten hebben zich op geen enkele wijze om het slachtoffer bekommerd, ze waren beiden slechts uit op eigen gewin: de vrouw omdat zij daar financieel beter van werd en uit wraak, de man om in een goed daglicht te komen bij de vrouw.” aldus de officier van justitie. “Het motief voor het handelen van beide verdachten wekt bij mij afschuw op.”

Geen berouw

Dat Griep wordt gemist blijkt uit de nabestaandenverklaringen die ter zitting zijn voorgelezen. De officier van justitie neemt het de vrouw kwalijk dat zij ondanks een grote hoeveelheid belastende informatie haar betrokkenheid steeds heeft ontkend. “Daardoor blijven de nabestaanden (de stiefkinderen van Martin Griep, zijnde de eigen kinderen van de vrouw, en de twee broers van het slachtoffer) met een scala aan vragen zitten.” De man heeft wel aan het politie-onderzoek meegewerkt en heeft verklaringen afgelegd die qua inhoud overeenkwamen met de onderzoeksbevindingen. Wel is de officier van justitie van mening dat de man zijn eigen rol bij de moord onterecht bagatelliseert. Daarnaast vindt het OM het verontrustend dat beide verdachten geen enkel berouw lijken te hebben van hetgeen zij hebben gedaan.

Eisen

Het OM is van mening dat voor beide verdachten een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is wegens medeplegen van moord. Bij het bepalen van de hoogte van de strafeisen is wel rekening gehouden met de verschillende rollen die beide verdachten hebben vervuld bij het plegen van de moord. De officier van justitie eiste tegen de vrouw een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar. Tegen de man werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 jaar geëist. Daarnaast heeft de officier van justitie de rechtbank verzocht om de vorderingen van 17.500 euro die de drie stiefkinderen van het slachtoffer hebben ingediend, toe te wijzen.

De rechtbank doet over 2 weken uitspraak.