Tot 9 jaar gevangenisstraf geëist voor het plegen van aanslagen bij Poolse supermarkten

De officier van justitie heeft op donderdag 19 januari tegen vijf mannen die worden verdacht van het plegen van aanslagen op Poolse supermarkten de strafeisen geformuleerd. Het gaat om vier Amsterdammers in de leeftijd van 21 tot 28 jaar en een 21-jarige man uit Almere. Zij hoorden tot 9 jaar gevangenisstraf tegen zich eisen. De officier van justitie benadrukte ter zitting dat de mannen bij elke aanslag ontzettend veel schade hebben aangericht, er bij drie explosies sprake was van levensgevaar voor personen en door hun acties voor veel angst is gezorgd bij de directe slachtoffers en in de samenleving.
 

Het gaat in deze zaak om vijf ontploffingen die in een korte periode achter elkaar plaatsvonden bij vier Poolse supermarkten: twee keer dezelfde supermarkt in Beverwijk, in Aalsmeer, Heeswijk-Dinther en Tilburg. De ontploffingen richtten grote schade aan, niet alleen aan de Poolse supermarkten, maar ook omliggende woningen, winkels en auto’s raakten beschadigd. De politie is naar aanleiding van de ontploffingen een grootschalig onderzoek gestart. Het gaat om een gecombineerd onderzoek van de politie eenheden Noord-Holland en Amsterdam. Door knap politiewerk is het gelukt om de personen die vandaag terecht staan te identificeren. De vijf mannen worden verdacht van betrokkenheid bij de gepleegde aanslagen in wisselende samenstellingen.

Strafeisen

De 21-jarige man uit Amsterdam hoorde 22 maanden jeugddetentie waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden tegen zich eisen. Op basis van conclusies van deskundigen heeft het OM besloten dat hij volgens het jeugdstrafrecht moet worden berecht. 

De 21-jarige man uit Almere moet wat betreft het OM een gevangenisstraf van 3 jaar opgelegd krijgen. De 28-jarige Amsterdammer hoorde 9 jaar tegen zich eisen en de 27-jarige Amsterdammer 6 jaar. De 23-jarige Amsterdammer hoorde 6 jaar tegen zich eisen.
Geen van de verdachten zitten op dit moment vast. Wat betreft het OM moeten zij bij een veroordeling gelijk weer de gevangenis in. Ook vraagt het OM de rechtbank de vorderingen van de benadeelde partijen grotendeels toe te wijzen. Dit komt op een totaalbedrag van bijna €500.000,- dat op de verdachten zal worden verhaald.

De aanslagen 

De 21-jarige Amsterdammer plaatste het eerste explosief op 8 december 2020 rond 03.10 uur in Aalsmeer. De 21-jarige man uit Almere bracht hem samen met de explosieven naar de plek toe. 
Na de explosie ontstond op 8 december brand in de winkel en de bovengelegen woning. De bewoners lagen te slapen en moesten, eenmaal wakker geworden, hun huis uitvluchten. Een groot deel van hun spullen werd verwoest en hun huis was maandenlang niet bewoonbaar. Ook de auto van één van de bewoners brandde volledig uit.  
In dezelfde nacht op 8 december 2020 vond er ook een ontploffing plaats in het zuiden van het land, wederom een Poolse supermarkt in Heeswijk-Dinther. Door de ontploffing, die grote schade aan de winkel veroorzaakte, lag de hele straat vol glas. In de supermarkt woedde een brand en omliggende panden werden beschadigd. Een volgende ontploffing volgde de dag daarna, op 9 december 2020 in Beverwijk. Het bewijsmateriaal van deze twee ontploffingen wijst in de richting van een 27-jarige en een 28-jarige Amsterdammer. 

Op 12 december 2020 vindt er voor de tweede keer in Beverwijk bij een Poolse supermarkt een explosie plaats. Volgens het OM zijn dit keer de 21-jarige Amsterdammer, de 23-jarige Amsterdammer en de 28-jarige Amsterdammer betrokken. De ravage is nu groter dan bij de eerste aanslag op deze Poolse supermarkt in Beverwijk. De officier van justitie ter zitting: ‘Kennelijk was de schade voor de opdrachtgevers en daders de eerste keer niet groot genoeg. De schrik zit er in de wijk en bij de eigenaren van de supermarkt goed in. In vier dagen tijd zijn er drie zaken van hen in de brand gestoken en opgeblazen.’ 

Op 4 januari 2021 volgt een vijfde explosie in Tilburg. Na deze ontploffing wordt er op een elektradraad DNA aangetroffen van de 21-jarige Amsterdammer. De 23-jarige Amsterdammer bracht dit keer zijn 21-jarige plaatsgenoot met de explosieven naar Tilburg. 
De 21-jarige man uit Amsterdam heeft bekend drie bommen geplaatst te hebben: in Aalsmeer, Beverwijk en Tilburg. Iemand zou hem via SnapChat hiertoe de opdracht hebben gegeven maar hij wil niet zeggen om wie het gaat. Er zou hem geld beloofd zijn maar dat heeft de man naar eigen zeggen nooit ontvangen. 

De manier waarop de verdachten die de explosies veroorzaakten te werk gingen, was steeds hetzelfde: zij vernielden een ruit, plaatsten jerrycans met benzine tegen de gevel en brachten een explosief op afstand tot ontploffing met behulp van een accu en een kabel. Op deze manier volgde na de explosie ook steevast een brand, die de winkels verwoestte. 

Het OM is van oordeel dat er sprake is van goed georganiseerd planmatig handelen: de verdachten onderhielden contact met elkaar zo blijkt uit telefoongegevens, er werden instructies gegeven over het installeren en bedienen van het explosief en er waren chauffeurs geregeld. Alle verdachten vervulden een belangrijke en essentiële rol in het geheel en daarom wordt hen de strafbare feiten allemaal even zwaar aangerekend.


Ernst van de feiten

De feiten zorgden ook voor angst en gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Poolse supermarkten vreesden voor hun onderneming, net als personen en bedrijven in de buurt van een Poolse supermarkt. Omdat onduidelijk is wat de aanleiding was voor de ontploffingen, bleef de angst bestaan. Het ging in deze zaak om zeer zware aanslagen met onwaarschijnlijk veel schade. De officier van justitie ter zitting: ‘Dit soort aanslagen op specifieke doelen, zagen wij nog nooit in Nederland in de afgelopen decennia.’ 

De verdachten leken alleen hun eigen financiële gewin voor ogen te hebben, zonder na te denken wat hun acties voor gevolgen hadden, wat voor leed zij daarmee zouden veroorzaken. Vier van de vijf verdachten zijn verantwoordelijk zijn voor meer dan één ontploffing; ondanks dat zij wisten wat een eerdere ontploffing had veroorzaakt kozen ze ervoor het nogmaals te doen. 

De verdachten hebben allemaal niet willen zeggen over wie hun opdrachtgevers zijn en maken hun eigen rol in het geheel zo klein mogelijk. Het motief achter de aanslagen blijft onduidelijk, nu de verdachten ook hierover niet willen verklaren. 

Het OM meent dat ontploffingen als deze zodanig ernstige feiten zijn, dat per ontploffing een gevangenisstraf van drie jaar passend zou zijn. Dat sommige verdachten, nadat zij hadden gezien welke ravage werd aangericht, bereid waren meerdere aanslagen te plegen werkt strafverzwarend. Zo is het OM tot bovengenoemde eisen per verdachte gekomen.

Er is naast deze vijf verdachten nog een zesde verdachte in beeld die mogelijk een aansturende rol heeft vervuld bij het voorbereiden en laten uitvoeren van verschillende ontploffingen. In zijn zaak is nog geen vervolgingsbeslissing genomen.