OM eist werk- en celstraffen voor fatale mishandeling tijdens 'pedojacht'

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft cel- en werkstraffen geëist tegen vijf jongens uit Arnhem en Rozendaal die op 28 oktober 2020 betrokken zouden zijn geweest bij de fatale mishandeling van een 73-jarige man uit Arnhem. De verdachten zouden via een chatsite een afspraak met hem hebben gemaakt, en hem vervolgens hebben geschopt en geslagen.

De vijf jongens die hiervoor dinsdag en woensdag terecht stonden voor de rechtbank in Arnhem waren ten tijde van het misdrijf in de leeftijd van 15 tot en met 18 jaar. Hun zaken zijn grotendeels achter gesloten deuren behandeld.

De strafeisen tegen de vijf verschillen, afhankelijk van de rol die ze bij de mishandeling hebben gehad, hun persoonlijkheid en eerdere justitiële contacten. Drie van de vijf zouden het slachtoffer daadwerkelijk hebben geduwd, geslagen of getrapt, ook toen het slachtoffer al op de grond lag. De andere twee – jongens van 15 en 17 uit Arnhem - zouden geen klappen hebben uitgedeeld, maar het OM ziet ze wel als medeplegers.

De 15-jarige zou de afspraak met het slachtoffer hebben gemaakt, en de man zelfs hebben overgehaald te komen toen hij liet weten dat hij 15 jaar te jong vond. De 15-jarige heeft het incident gefilmd en zou de bril van het slachtoffer kapot hebben getrapt. Deze verdachte zijn ook twee andere strafbare feiten ten laste gelegd, waaronder diefstal met geweld en verboden wapenbezit. Tegen hem is een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke jeugddetentie van 9 maanden geëist met een proeftijd van 2 jaar.

Volgens het OM heeft de 17-jarige jongen uit Arnhem de 16-jarige verdachte uit Arnhem naar de plek gebracht waar de mishandeling plaatsvond. De 17-jarige wist wat er ging gebeuren, en is meegegaan naar de ontmoeting. Wat het OM betreft is het toeval dat hij geen geweld heeft gebruikt. Bij eerdere mishandelingen (op 6 en 12 oktober) heeft hij wel mannen mishandeld. Samen met twee andere verdachten die later dit jaar terecht staan, wordt hij gezien als de spil in de “pedojacht” in Arnhem in de periode van 6 tot en met 28 oktober 2020. Tegen hem is vijftien maanden jeugddetentie geëist,  waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

Tegen de drie jongens die worden verdacht van de daadwerkelijke mishandeling (zware mishandeling in vereniging met de dood tot gevolg) van het 73-jarige slachtoffer zijn de strafeisen als volgt; tegen de destijds 18-jarige verdachte uit Rozendaal is een celstraf geëist van anderhalf jaar, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. Tegen een 17-jarige verdachte uit Rozendaal is één jaar jeugddetentie geëist, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Tegen een 16-jarige jongen uit Arnhem is een werkstraf van 240 uur geëist en een half jaar voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar.

Het OM stelt dat het overlijden is veroorzaakt door het geweld dat de verdachten gezamenlijk hebben uitgeoefend op het slachtoffer. Het slachtoffer zou zijn overleden als gevolg van een hersenbloeding – een verwijd bloedvat (aneurysma) is gescheurd. Daar waar verdachten ieder een bijdrage leveren aan het geweld, zijn ze ook allemaal verantwoordelijk voor de gevolgen, aldus de officier van justitie in zijn requisitoir. Verdachten hielden er allemaal rekening mee dat de ontmoetingen gewelddadig zouden kunnen verlopen, de meesten gingen er vanuit dat er klappen zouden vallen.

Het komen tot een strafeis in deze zaak is een worsteling geweest voor het OM, stelde de officier. Aan de ene kant is er het belang van de jonge verdachte, die gebaat is bij een interventie om nieuw crimineel gedrag te voorkomen, gericht op de toekomst. Aan de andere kant staat de ernst van het feit en het belang van de maatschappij; dit soort excessen moet worden voorkomen.

De officier: “Georganiseerde geweldpleging is onacceptabel, eigenrichting moet voorkomen worden; ‘pedojacht’ is letterlijk levensgevaarlijk. Om een dergelijk fenomeen de kop in te drukken is het aan de autoriteiten om te laten zien wat de consequenties kunnen zijn voor iedereen die zich tot een dergelijk ‘tijdverdrijf’ laat verleiden of zich daartoe aangetrokken voelt. Dat levert je een heel stevige straf op.”