Celstraffen geëist voor seksuele uitbuiting twee vrouwen Voorthuizen

Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland heeft celstraffen van vijf jaar en drie jaar geëist tegen respectievelijk een 24-jarige man uit de gemeente Ede en een 29-jarige man uit Hongarije. Ze stonden vandaag voor de rechtbank Gelderland terecht voor seksuele uitbuiting van twee vrouwen uit Hongarije in de periode van juni 2020 tot september 2020.

De man uit Hongarije zou de vrouwen hebben benaderd met het voorstel om voor een periode van twee weken in Nederland in de prostitutie te gaan werken. Ook zou hij ze hebben bewaakt, zodat ze niet konden vluchten. “Met zijn handelwijze heeft hij een bijdrage geleverd aan de grove wijze waarop misbruik is gemaakt van beide slachtoffers”, aldus de officier van justitie. De 24-jarige man uit de gemeente Ede zou ook een grote rol hebben gehad bij de werving, het vervoer en het bewaken van de twee.

In totaal is in deze mensenhandelzaak sprake van vijf verdachten. Vier van hen stonden deze week terecht. Dinsdag is de zaak behandeld tegen een 29-jarige man en een 31-jarige vrouw, beiden uit de gemeente Apeldoorn. Tegen de man is een celstraf geëist van zes jaar, tegen de vrouw een celstraf van vijf jaar. De rechtszaak tegen een 30-jarige verdachte uit Apeldoorn kon niet worden behandeld vanwege afwezigheid van zijn advocaat.

De vijf zouden ieder een eigen rol hebben gehad bij de seksuele uitbuiting van de vrouwen. “Maar voor alle verdachten geldt dat zij herhaaldelijk en stelselmatig een diep inbreuk hebben gemaakt op de menselijke waardigheid van beide slachtoffers”, stelde de officier van justitie in haar requisitoir.

De zaak kwam aan het licht nadat het Hongaarse consulaat op 1 september 2020 bij de politie had gemeld dat er contact was geweest met een vrouw die zei dat haar dochter tegen haar wil werd vastgehouden in een woning in Voorthuizen en dat ze werd gedwongen tot prostitutie.

Behalve celstraffen vroeg de officier voor de twee verdachten die vandaag terecht stonden ook om onmiddellijke opheffing van de schorsing, zodat zij na veroordeling meteen hun straf kunnen uitzitten. Voor de 24-jarige man uit de gemeente Ede eiste de officier ook de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke celstraf van één maand.