Taakstraf geëist tegen verdachten voor verduistering van geld via bewindvoeringskantoor

Twee verdachten, een vrouw van 56 en een man van 53, uit de gemeente Oude IJsselstreek, worden door het Openbaar Ministerie verdacht van verduistering en valsheid in geschrifte via het bewindvoeringskantoor dat zij samen runden. “Ik acht het zeer kwalijk dat mensen die kwetsbaar zijn en onder bewind staan, juist om geholpen te worden met hun geldzaken, zo benadeeld zijn door deze verdachten”, betoogde de officier van justitie vanmiddag in de rechtbank Midden Nederland.

Via het bewindvoeringskantoor werd in met name 2017 en 2018 bij veel cliënten meer geld geïnd dan rechtmatig was. De rapportages waarmee bewindvoerders bij de rechtbank verantwoording moeten afleggen, werden vervolgens vervalst om de verduistering te verdoezelen. Het Openbaar Ministerie eiste voor beide verdachten een taakstraf van 200 uur plus 3 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van 3 jaar. Verder mogen zij, als het aan het OM ligt, 3 jaar lang niet werkzaam zijn als bewindvoerder.

De vrouw was directeur-bestuurder en gaf leiding aan het bewindvoeringskantoor. Haar echtgenoot was in het bedrijf werkzaam als curator en bewindvoerder. Hij beschikte over de bankpas van de zakelijke rekeningen van het kantoor en was degene die de Rekening en Verantwoording, die bij de rechtbank wordt ingediend, opmaakte. In 2017 heeft de rechtbank het bedrijf al een keer gewaarschuwd in verband met klachten over de bewindvoering. Het bedrijf kreeg als gevolg daarvan een periode geen nieuwe cliënten.

Uit het onderzoek in deze zaak bleek dat het meermalen is voorgekomen dat de maandelijkse vergoeding die een cliënt moet betalen aan de bewindvoerder niet twaalf keer per jaar, maar dertien, veertien of soms zelfs vijftien keer werd geïnd. Dit gebeurde bij zo’n 121 cliënten, voor in totaal ruim 27.000 euro. Verder bleek dat wanneer het kantoor voorschotten aan cliënten verstrekte, later soms een bedrag werd teruggeboekt dat hoger was dan het voorschot. Dit is bij 115 cliënten gebeurd. Een getuige die werkzaam was bij het kantoor noemde als voorbeeld dat 50 euro als voorschot was verstrekt aan een cliënt en dat er vervolgens 100 euro werd teruggeboekt van de rekening van die cliënt. De verdachten werden door personeelsleden regelmatig gewezen op fouten in de overboekingen. Die fouten werden vervolgens echter niet hersteld.

Een zeer groot aantal cliënten is benadeeld. Met name in 2018 was dit het geval. Het bedrijf zat toen in een lastige positie, terwijl verdachten kampten met hoge hypotheeklasten. Maar ondanks dat de financiële situatie van verdachten niet rooskleurig was, zijn er vanaf de privérekening van verdachten in dat jaar meer uitgaven gedaan dan in voorgaande jaren. Zo kochten zij bijvoorbeeld een paard. Als het aan het OM ligt moeten verdachten naast de taakstraf en de voorwaardelijke gevangenisstraf, het onrechtmatig verkregen voordeel dat is berekend op 61.044,34 euro, terugbetalen.

De officier van justitie hield er bij haar strafeis rekening mee dat de strafbare feiten een aantal jaar geleden plaatsvonden. De redelijke termijn is overschreden. Zij liet echter niet na de ernst van de feiten nogmaals te benadrukken: ”Een gerechtelijk bewindvoerder heeft een belangrijke verantwoordelijkheid en een bijzondere vertrouwenspositie ten opzichte van de cliënten. Dat vertrouwen is door deze verduistering ernstig geschaad. De rechtbank is bovendien met valselijk opgemaakte documenten opzettelijk verkeerd voorgelicht. De verduisteringen zijn pas gestopt doordat medewerkers aan de bel trokken bij de rechtbank en de rechtbank daarop de werkzaamheden van het bedrijf stopte. Al met al een zeer kwalijke zaak waar de geëiste straf passend is”.

Vanwege het feit dat de Rechtbank Gelderland de toezichthouder is voor het betreffende bewindvoeringskantoor, werd deze zaak door de meervoudige kamer in Midden Nederland behandeld.