OM in hoger beroep tegen uitspraak rechter na geëscaleerde aanhouding Dordrecht

Het Openbaar Ministerie in Rotterdam gaat in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechter dat het OM niet-ontvankelijk is in een zaak waarbij twee mannen uit Dordrecht werden vervolgd voor het belagen van drie agenten. Het incident vond plaats tijdens een uit de hand gelopen aanhouding in Dordrecht op 5 december 2020.

Die avond kwamen drie agenten af op een melding dat een blaffende hond in een appartement aan de Beekmanstraat voor overlast zorgde. Een man hield zich hinderlijk op bij de toegangsdeur van het appartementencomplex en schold uiteindelijk één van de agenten uit. Toen hij daarop werd aangehouden, escaleerde het snel. Drie gezinsleden die bevriend zijn met de man bemoeiden zich met de aanhouding waarna een vechtpartij ontstond. Uiteindelijk werden twee mannen en een vrouw aangehouden. De twee mannen zijn aangeklaagd voor openlijke geweldpleging tegen de agenten.

Discriminerende opmerking

Het hele incident vanaf de aankomst van de agenten bij het complex tot de aanhouding van de drie verdachten is vastgelegd door een camera die bij de ingang van de flat hangt. Op de beelden is de vechtpartij  te zien. Collega’s van de agenten komen assisteren; zij reageren op een noodoproep van hun collega’s. Terwijl andere collega’s proberen één van de mannen te boeien gaat  de agent die samen met twee collega’s als eerste op de melding afging hen assisteren. Hij sommeert de man om los te laten en laat zich daarbij beledigend en racistisch uit. Dit is strafbaar en de betreffende agent is voor belediging met een discriminatoir karakter vervolgd én veroordeeld tot het betalen van een geldboete. Een hoger beroep van de agent tegen deze uitspraak loopt nog bij het gerechtshof in Den Haag.

Niet-ontvankelijk

Volgens de rechter zijn er diverse zogenoemde vormverzuimen begaan tijdens het incident: er zou onrechtmatig en disproportioneel geweld gebruikt zijn tijdens het incident, er is een discriminerende uiting gedaan en diverse geweldshandelingen van de politie en de bewuste belediging zijn niet onmiddellijk na het incident opgenomen in de processen-verbaal van de drie betrokken agenten.   

Het optreden van de politie is onder leiding van het OM door de afdeling VIK (Veiligheid en Integriteit en Klachten) van de politie onderzocht. De conclusie is dat het gebruikte geweld tijdens het incident  rechtmatig was. Hiertegen zijn zowel de vader als de zoon van het gezin in beroep gegaan middels een zogenoemde artikel 12-procedure bij het gerechtshof in Den Haag. Met een dergelijke procedure kan alsnog strafvervolging worden afgedwongen. Een definitief rechterlijk oordeel over de rechtmatigheid van het door de politie toegepaste geweld is er dus nog niet. Ook over de discriminerende belediging is nog geen definitief rechterlijk oordeel geveld.

Alleen maar verliezers

Deze zaak kent alleen maar verliezers. Een op het eerste gezicht eenvoudige afhandeling van een overlastmelding van een blaffende hond heeft grote gevolgen gehad voor de betrokkenen en diepe sporen achtergelaten. Bij de agenten, maar zeker ook bij de drie gezinsleden die door de politie na een gevecht werden aangehouden. Niemand had dit zo gewild. Maar de eindconclusie dat het Openbaar Ministerie geen recht meer heeft om de verdachten te vervolgen, kan volgens het OM in deze zaak niet worden getrokken.