OM stelt geen vervolging in na aangifte voorbereiden liquidatie

In december 2018 is door een advocaat aangifte gedaan omdat iemand een liquidatie zou hebben voorbereid op zijn cliënt, een 53-jarige man uit Bergen op Zoom. In de aangifte werd de naam van de verdachte gemeld.

De plannen van deze liquidatie zouden het beoogde slachtoffer zijn verteld door een persoon die zelf een rol in de voorbereiding zou hebben gehad. Bij de aangifte werden opnames verstrekt van gesprekken waarin door betrokkenen met het beoogde slachtoffer en met personen uit de diens omgeving zou worden gesproken over het plan.
 
Naar aanleiding van de aangifte is zeer uitgebreid onderzoek verricht. Zo zijn de opnames geanalyseerd en zijn meerdere mensen gehoord. Niet alleen door de politie maar ook door de rechter-commissaris.  

Op basis van de resultaten van dit onderzoek concludeert het Openbaar Ministerie dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om strafvervolging te starten. Aangever en verdachte die de liquidatie zou hebben voorbereid, zijn over deze beslissing geïnformeerd. Als het Openbaar Ministerie besluit om na een aangifte geen vervolging in te stellen, bestaat er voor aangevers de mogelijkheid om daarover te klagen bij het Gerechtshof.