Update cijfers coronagerelateerde misdrijven en overtredingen

Sinds 16 maart heeft het Openbaar Ministerie 294 misdrijfzaken in relatie tot Covid-19 in behandeling genomen (peildatum 28 juni). Het gaat dan bijvoorbeeld over mensen die hoesten of spugen richting agenten en andere mensen met een publieke taak, waarbij ze beweren besmet te zijn met het coronavirus. Daarnaast om geweld tegen handhavers. Naast de misdrijven zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen. Hiervoor zijn de afgelopen maanden circa 15.530 strafbeschikkingen uitgevaardigd, voornamelijk vanwege onvoldoende afstand houden.

Vergroot afbeelding
Beeld: Loes van der Meer

Misdrijfzaken

Vanaf het begin van de coronacrisis zijn er bij het OM 294 coronagerelateerde misdrijfzaken binnengekomen. Bij de meeste misdrijfzaken (94 gevallen) zijn politieagenten slachtoffer. In 55 gevallen gaat het om andere beroepsbeoefenaren, zoals bijvoorbeeld BOA’s of medewerkers van een ziekenhuis. Ook openbaar vervoerpersoneel is slachtoffer geworden van coronagerelateerde misdrijven: het OM heeft 9 van dit soort zaken in behandeling genomen. Het gaat van de 294 genoemde misdrijfzaken in de meeste gevallen om bedreiging (161 gevallen). In sommige gevallen gaat het ook om geweld (30 gevallen). 
 
Voorbeelden van andere coronagerelateerde misdrijfzaken zijn geweld tegen ziekenhuispersoneel (3) en winkeldiefstal (23). Het gaat dan bijvoorbeeld om verdachten van winkeldiefstal die winkelpersoneel of agenten in het gezicht spugen of hoesten. 
 
In de 294 misdrijfzaken zijn 220 verdachten gedagvaard. Dat wil zeggen dat ze voor de (snel)rechter moe(s)ten verschijnen. 11 verdachten hebben een  OM-strafbeschikking gekregen. Bijvoorbeeld een boete of een taakstraf. In één zaak is een  transactie aangeboden. 34 zaken zijn geseponeerd, meestal omdat er niet genoeg bewijs is. In de resterende 28 zaken moet het OM nog een beslissing nemen. 

Overtredingen

Naast de misdrijfzaken zijn er ook de overtredingen van de regionale noodverordeningen rondom corona. Die komen bij het OM binnen in de vorm van processen-verbaal (pv) die zijn opgemaakt door politieagenten of BOA’s. Op peildatum 28 juni waren dat er circa 22.820. De pv’s worden door het OM beoordeeld, voordat er een strafbeschikking in de vorm van een geldboete wordt opgelegd. Op de peildatum waren circa 15.530 strafbeschikkingen uitgevaardigd vanwege overtreding van de noodverordeningen. Een deel van de pv’s moet nog beoordeeld worden, een ander deel is teruggestuurd naar de verbalisant voor aanvulling. 

Van de aanvankelijk ingestuurde processen-verbaal is gemiddeld 44% teruggestuurd naar de verbalisant, met het verzoek het proces-verbaal aan te vullen. Het percentage dat wordt teruggestuurd naar de politie ligt iets lager, voor de BOA’s ligt het hoger. Dat pv’s worden teruggestuurd, betekent niet dat ze definitief worden afgekeurd. De pv’s die zijn teruggestuurd naar de verbalisanten kunnen, na aanvulling, opnieuw ingestuurd worden. Er kan dan alsnog een strafbeschikking uitgevaardigd worden. Een strafbeschikking wordt alleen uitgevaardigd nadat een pv door het OM is beoordeeld, en de schuld van de verdachte aan het betreffende feit is vastgesteld.

Er was op 28 juni 2020 3014 keer verzet ingesteld tegen een strafbeschikking op grond van de noodverordening. Deze verzetschriften zullen inhoudelijk worden beoordeeld. Tenzij de officier van justitie de opgelegde strafbeschikking intrekt, zullen deze zaken aan de rechter worden voorgelegd en wordt de bestrafte opgeroepen om op een zitting te verschijnen. Op dit moment zijn er wel verzetten tegen de strafbeschikking geregistreerd maar zijn deze zaken nog niet daadwerkelijk voorgelegd aan de kantonrechter. Het OM is met de Rechtspraak in gesprek en doet haar uiterste best om vóór 1 september een aantal verzetszaken bij de kantonrechter aan te brengen.

Jongeren

Bij jongeren die zich na waarschuwen niet aan de noodverordening houden, wordt waar mogelijk gekozen voor een HALT-afdoening. Als de jongere akkoord gaat met een HALT-afdoening en deze met goed resultaat afrondt, komt dit in de plaats van de geldboete van 95 euro. Dit geldt alleen voor de eerste keer dat jongeren de maatregelen overtreden. Bij de HALT-afdoening wordt nog eens heel duidelijk uitgelegd wat het nut en de noodzaak is van de noodverordening en waarom het zo belangrijk is dat de jongere zich hieraan houdt. Ook ouders worden daarbij betrokken en op hun verantwoordelijkheid gewezen. Tot op heden zijn er 842 jongeren doorverwezen naar HALT (peildatum 28 juni).

Bij de tweede geconstateerde overtreding van de noodverordening, krijgt de jongere een boete van 95 euro.

Vanaf de derde overtreding door dezelfde jongere, wordt de zaak voorgelegd aan het lokale OM-parket. Daar wordt gekeken naar een OM-beslissing op maat. Dat kan bijvoorbeeld zijn dat de jongere zich voor de rechter moet verantwoorden. In de tussentijd kan hij dan bijvoorbeeld een gebiedsverbod krijgen of verplicht worden zich op gezette tijden te melden.     
       
Boetes voor meerderjarigen bedragen 390 euro. Ook voor hen geldt dat vanaf de derde overtreding het lokale parket een OM-beslissing op maat zal maken.