Nashvilleverklaring naar oordeel OM niet strafbaar

Begin januari 2019 heeft het Reformatorisch Dagblad onder de titel ‘Gezamenlijke verklaring over Bijbelse seksualiteit’ de Nederlandse vertaling van het Nashville Statement gepubliceerd. De verklaring was door een groot aantal mensen ondertekend, onder meer door SGP-politicus Kees van der Staaij. De publicatie van de Nashvilleverklaring zorgde voor veel meldingen bij antidiscriminatiebureaus en bij de politie. Ook zijn er meerdere aangiften gedaan, zowel tegen de inhoud van de verklaring als tegen de opstellers, ondertekenaars en ondersteuners.

Naar aanleiding van deze aangiften heeft het OM de Nashvilleverklaring beoordeeld op eventuele strafbaarheid. Het OM komt daarbij tot de conclusie dat er met betrekking tot de uitlatingen die worden gedaan in de Nashvilleverklaring geen sprake is van enig strafbaar feit; er zal daarom niet worden overgaan tot vervolging.

Bij de juridische toets is het van doorslaggevend belang geweest dat de uitlatingen in de Nashvilleverklaring in direct verband staan met de geloofsovertuiging van degenen die betrokken waren bij de Nashvilleverklaring, en voor hen van betekenis zijn in het maatschappelijk debat dat zij willen voeren. Zowel de vrijheid van godsdienst als de vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in de Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. In een democratische rechtsstaat is het van wezenlijk belang dat er veel ruimte is om uitlatingen te doen, ook als deze kunnen kwetsen of verontrusten.

Dit betekent niet dat uitlatingen die in de context van de geloofsovertuiging of het maatschappelijk debat zijn gedaan, nooit strafbaar kunnen zijn. In dit geval is het OM echter van oordeel dat de uitlatingen binnen de context waarin ze zijn gedaan juridisch gezien de grens van het toelaatbare niet overschrijden.

Het OM realiseert zich dat de Nashvilleverklaring en passages en woorden daaruit mensen zeer hebben geraakt, maar de mate waarin uitingen ophef en onrust veroorzaken dan wel onwenselijk of kwetsend zijn, is niet beslissend voor de juridische toets.

De aangevers zijn inmiddels per brief geïnformeerd over deze beslissing.

De volledige brief met de beoordeling van het OM kunt u hieronder lezen.