OM eist jarenlange celstraffen wegens ‘schoolvoorbeeld van ondermijning’

Het openbaar ministerie heeft vandaag onvoorwaardelijke celstraffen tot zes jaar en acht maanden geëist op verdenking van witwassen, mensensmokkel, arbeidsuitbuiting, valsheid in geschrift en deelname aan een criminele organisatie. Vier verdachten behoren tot een familie die diverse hotels in Amsterdam in eigendom heeft. Tegen drie rechtspersonen in Amsterdam werden boetes van 100.000 en 150.00 euro geëist.

In totaal staan er zeven verdachten, die in leeftijd variëren van 41 tot 73 jaar en woonachtig zijn in Amstelveen, Amsterdam en Utrecht, voor de rechter tijdens een proces waarvoor de rechtbank dertien zittingsdagen heeft uitgetrokken. Onder de verdachten drie kinderen van de oudste verdachte: twee zoons van 46 en 49 jaar oud en een dochter van 50 jaar oud die in september 2014 door de politie werden aangehouden. Vier leden van dezelfde familie die eind jaren ’80 naar Nederland kwam, waar ze begonnen met de exploitatie van een snackbar. In 2006 stapte de familie over naar hotels en het bedrijf – waarin veel ‘onverklaarbaar geld’ omging – groeide verder.

Het opsporingsonderzoek naar de uitbaters van de hotels startte in juli 2010 naar aanleiding van de melding van een ongebruikelijke transactie. Een hotel dat de familie voor ruim 12 miljoen euro had gekocht, was een half jaar eerder voor de helft van de prijs verkocht. Na een gecompliceerd en langdurig politieonderzoek onder leiding van een officier van justitie, waarin een zeer groot aantal personen in Nederland, Frankrijk, Italië en China is gehoord, is de zaak wat het OM betreft gereed om aan de rechtbank voor te leggen.

Naar het standpunt van het OM is de zaak een schoolvoorbeeld van ondermijning: ”Criminele verdiensten uit de onderwereld worden geïnvesteerd in - en daarmee vermengd met - de bovenwereld. De hotels zijn in bedrijf en genereren omzet. Deze omzet vormt legale verdiensten. Het crimineel verdiende geld wordt dus vermengd met het legaal verdiende geld, waardoor het lijkt alsof het geld volledig afkomstig is vanuit de omzet van de hotels waarmee de werkelijke herkomst van het crimineel verdiende geld wordt verhuld”.

Zo opende de familie bankrekeningen in Luxemburg en in Zwitserland, rekeningen waarop tussen augustus 1995 en december 2007 voor minimaal 3,5 miljoen euro wordt gestort. Opvallend is dat die contante stortingen in verschillende valuta gebeurt, ook valuta uit landen waar ze helemaal geen bedrijf hebben. De bankrekeningen waren niet bekend bij de Nederlandse fiscus, noch bij de vaste belastingadviseurs van de familie.

Ook opvallend aan dit dossier is wat het OM betreft de ondoorzichtelijkheid van de geldstromen, van privé naar zakelijke rekening, van binnen- naar buitenland en de legitimatie daarvoor door het gebruik van valse stukken.  Duidelijk is dat er sprake is van meerdere schijnconstructies, waardoor de geldstromen ondoorzichtelijk zijn voor de buitenwereld. Van een dergelijke schijnconstructie hebben de verdachten zich ook bediend bij de aanschaf van één van de hotels, waarbij valse stukken die zagen op de loanback-constructie met betrekking tot dit hotel werden ingediend in procedures om vergunningen voor dat hotel te verkrijgen.

Naast het witwassen dat als rode draad zichtbaar is in het dossier, is er ook de verdenking dat er sprake geweest van mensensmokkel, arbeidsuitbuiting, oplichting en valsheid in geschrifte. Zo zouden de verdachten zowel Chinese onderdanen op basis van de kennismigrantenregeling als op convenanten inzake de Aziatische keuken hebben binnengehaald: Chinese onderdanen met specifieke kennis of vaardigheden die zich hier op grond van een versimpelde procedure mogen vestigen. Eenmaal in Nederland hoopten deze migranten op den duur in aanmerking te komen voor een permanente verblijfsvergunning. De verdachten konden deze papieren regelen door de IND op te lichten en van valse informatie te voorzien. Ten aanzien van een deel van deze migranten is wat het OM betreft sprake van arbeidsuitbuiting. Doordat de migranten beseften dat hun verblijf in Nederland niet aan de geldende regels voldeed, waren zij extra kwetsbaar en afhankelijk van diegenen die hen aan die verblijfstitel had geholpen. De officieren:  “Zij hadden er dus alle belang bij om die werkverhouding goed te houden en ook geen kwaad woord te willen zeggen over hun werkgever. Hierdoor ligt misbruik vanzelfsprekend op de loer.”

De officieren hebben vandaag forse straffen geëist. Tegen de twee broers eiste het OM 80 en 74 maanden cel, tegen de zus 57 maanden. Drie andere verdachten, onder wie de vader, hoorden 17 tot  28 maanden tegen zich eisen. Tegen de rechtspersonen eiste het OM boetes van 100.000 en 150.000 euro. Eén verdachte hoorde een werkstraf van 240 uur tegen zich eisen wegens oplichting, valsheid in geschrift en medeplegen mensensmokkel.

De officieren: “De verdachte leden van de familie hebben zich decennialang op grote schaal schuldig gemaakt aan diverse vormen van witwassen – gesproken kan worden van witwassen voor gevorderden. Zij vormden een criminele organisatie met anderen en hebben met de door hen witgewassen geldbedragen in combinatie met het geld dat mede daardoor bij de banken kon worden geleend, in een relatief korte tijd een hotelimperium in Amsterdam kunnen bouwen. Illegale en legale vermogensbestanddelen zijn daardoor op grote schaal vermengd, waardoor terugbrengen in de oude staat thans niet meer mogelijk is. Daarbij bedienden zij zich van diverse vormen van valsheid in geschrift en oplichting om hun doelen te bereiken.”

Het OM rekent het de bovendien verdachten zwaar aan dat zij hierbij alleen oog hebben gehad voor eigen geldelijk gewin en – als lerende organisatie – steeds weer nieuwe en andere methoden vond om de Nederlandse wet- en regelgeving te omzeilen. Daarbij is het OM ook opgevallen dat het erop lijkt dat enkele verdachten de gang van zaken normaal lijkt te vinden en zich van geen enkel kwaad bewust is.

Uitspraak: 19 juli