Geen verdere strafvervolging voor dodelijke aanvaring op de Rijn

Na uitgebreid onderzoek heeft het OM de zaak rond een dodelijk bootongeval op de Rijn bij Valkenburg (Zuid-Holland) geseponeerd. De schipper van de betrokken duwbak kan geen verwijt worden gemaakt. Hij heeft volgens alle regels gehandeld. Voor de stuurman van de roeisloep geldt dat hij verantwoordelijk was voor de veiligheid van de inzittenden van de roeisloep. Hem kan verweten worden dat hij onvoldoende stuurboordwal heeft gevaren en dat hij de duwbak niet heeft gezien, terwijl dat wel had gekund. Hoewel de consequenties daarvan zeer ernstig waren, concludeert het OM dat een strafrechtelijke vervolging niet op zijn plaats is.

Op dinsdagavond 13 oktober 2020 rond 20.15 uur voer een duwbak ter hoogte van de Joop van der Reijdenbrug in Valkenburg richting Katwijk. Daar kwam hij in aanvaring met een roeisloep die vanuit de tegenovergestelde richting kwam. Alle inzittenden van de roeisloep raakten daarbij te water. Eén van de roeiers overleed als gevolg van het ongeluk.

Een politieonderzoek werd gestart. Gebleken is dat de duwbak (zoals verwacht mag worden) stuurboordwal hield. Dat geldt niet voor de roeisloep. Deze heeft teveel aan de bakboordzijde van het vaarwater gevaren.

Schouw

Beide schippers verklaren elkaar niet gezien te hebben. Om vast te stellen of dat mogelijk was, is een zogeheten ‘schouw’ gehouden. Daarbij heeft de politie de op de plaats van het ongeval, technisch onderzoek gedaan naar het zicht vanaf de betrokken vaartuigen.

Dit onderzoek maakte duidelijk dat de roeisloep voor de schipper van de duwbak nauwelijks waarneembaar is geweest. Dit kwam mede door de beperkte verlichting, die overigens wel aan de geldende regels voldeed. De duwbak moet daarentegen voor de schipper van de roeisloep wel tijdig te zien zijn geweest. Kennelijk heeft hij de duwbak niet tijdig waargenomen.

Stuurboord

Volgens de vaarregels hoeven vaartuigen niet op alle momenten stuurboord te houden. Alleen bij het passeren van elkaar. De schipper van roeisloep had er bij het naderen van de brug rekening mee moeten houden dat een vaartuig vanuit de andere richting onder de brug door zou kunnen komen. Dat heeft deze schipper niet gedaan.

Het OM concludeert dat de schipper van de roeisloep niet kan worden verweten dat hij in strafrechtelijke zin schuld heeft aan het ongeval. Wel kan zijn gedrag worden gezien als overtreding van het Binnenvaartpolitiereglement. Op deze overtreding staat standaard een beperkte straf. Dat doet geen recht aan het leed van de nabestaanden van de overleden roeier. Daarbij komt dat de schipper zelf ook in de sloep zat die werd overvaren en dat hij erg onder de indruk is van wat er is gebeurd. Het OM heeft dan ook de zaak tegen beide schippers geseponeerd.