OM eist jeugddetentie en maatregel tegen vermeende bedreiger Lale Gül

Tegen een 19-jarige man uit Brabant is een jaar jeugddetentie waarvan vijf maanden voorwaardelijk en een zogenoemde ‘gedragsbeïnvloedende maatregel’ geëist. De man wordt ervan verdacht via online accounts schrijfster Lale Gül te hebben bedreigd. Gedurende het onderzoek van de politie werd de verdenking uitgebreid met bedreigingen met een terroristisch misdrijf.

Na het verschijnen van het boek Ik ga leven, waarin de schrijfster Lale Gül zich kritisch uitlaat over de Islam en over de Islamitische opvoeding die zij heeft genoten, ontving de schrijfster via online accounts diverse bedreigingen. Ze deed op 14 maart 2021 aangifte bij de politie. De verdachte, die vandaag voor de rechter stond, is op 1 april 2021 aangehouden.

De verdachte kon worden gekoppeld aan verschillende accounts waarmee Gül meermalen is bedreigd en de verdachte heeft bekend de bedreigende uitlatingen te hebben gedaan. Hij wilde dat Gül bang zou worden zodat ze zou stoppen met schrijven. Andere uitlatingen zou hij voor de grap hebben gedaan. De bedreigingen hebben veel impact op Gül gehad en hebben dat nog steeds.

Radicaliseringsproces

De verdachte, die sinds 1 april vast zit, is door verschillende deskundigen onderzocht. Uit die onderzoeken komt naar voren dat het om een kwetsbare verdachte gaat. Daarnaast wordt duidelijk gesteld dat er bij hem sprake is van een begin van een radicaliseringsproces. Dat blijkt ook uit de inhoud van de bedreigingen en uit diverse filmpjes en foto’s die op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen. De officieren op zitting: “De combinatie van die kwetsbaarheid, waarbij verdachte vatbaar is voor sturing en zijn duidelijke fascinatie voor wapens, geweld en krenkingsgevoeligheid als het gaat om de Islam en de Turkse cultuur, maken dat juist dat radicaliseringsproces niet onderschat moet worden. Juist in deze combinatie ligt het recidiverisico besloten.”

Adolescentenstrafrecht

Het OM sluit zich in deze zaak aan bij de adviezen van de deskundigen voor de toepassing van het adolescentenstrafrecht. Bij het bepalen van de strafeis heeft het OM gekeken naar het kader dat het meest passend is voor de verdachte en waarmee tegelijk de maatschappij optimaal kan worden beschermd. Alles afwegende is het OM tot het standpunt gekomen dat een combinatie van een deels voorwaardelijke jeugddetentie met bijzondere voorwaarden met daarnaast een gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM) opgelegd moet worden. Een gedragsbeïnvloedende maatregel is kort gezegd gericht op heropvoeding. Het doel is verder afglijden van de jongere te voorkomen en bij te dragen aan zijn verdere ontwikkeling.

Uitspraak: 13 oktober.