ELOM:2024:033 (Al dan niet onder invloed van drugs)
Beslissing: 18 december 2024 AP Noord-Holland
Categorie luchtvaartzaak: Grote luchtvaart
Formele relaties: -/-
Inhoudsindicatie: Sepot omdat vermoeden invloed van drugs niet is bevestigd door onderzoek.
Beslissing OM
in de zaak tegen een bemanningslid van een buitenlandse luchtvaartmaatschappij, hierna de verdachte.
Aanleiding onderzoek
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een melding van de dienst grensbewaking dat een bemanningslid staande was gehouden, omdat deze vermoedelijk onder invloed van verdovende middelen was.
Verdenking strafbaar feit
Overtreding van art. 2.12 lid 1 Wet luchtvaart (als lid van het boordpersoneel werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig verrichten, terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet weten, dat het gebruik daarvan de vaardigheid voor het verrichten van die werkzaamheden kan verminderen, dat de verdachte niet in staat moet worden geacht die werkzaamheden naar behoren te verrichten).
Feiten en omstandigheden
Uit het onderzoek komt naar voren dat de dienst grensbewaking op [datum in het jaar] 2024 een melding heeft gekregen van de beveiliging dat de verdachte verkeerd was gelopen, versuft was en er twijfel bestond over zijn staat om te gaan vliegen. De verdachte is toen meegenomen naar de grensdoorlaatpost.
De Koninklijke Marechaussee heeft vervolgens geconstateerd dat de verdachte een versufte blik en bloeddoorlopen ogen had en traag/sloom reageerde. De verdachte is vervolgens omstreeks 13.55 uur, als lid van het boordpersoneel, te weten als ‘technician, aircraft maintenance’, onderworpen aan een speekseltest.
De speekseltest reageerde positief op het gebruik van THC. Een voorlopige ademtest reageerde negatief op het gebruik van alcohol. De verdachte verklaarde ter plaatse dat hij 1 à 2 joints had gerookt.
Gelet op deze bevindingen ontstond het redelijke vermoeden dat de verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan overtreding van artikel 2.12 lid 1 Wet luchtvaart.
De verdachte is vervolgens op basis van voornoemde verdenking aangehouden, waarna – met zijn toestemming – om 16.38 uur bloed is afgenomen.
Er heeft vervolgens een toxicologisch onderzoek bij het Nederlands Forensisch Instituut plaatsgevonden. Hieruit bleek dat er THC-COOH in het bloed was aangetroffen. THC-COOH betreft een inactief omzettingsproduct van THC.
De forensisch toxicoloog heeft dienaangaande het volgende geconcludeerd: ‘Op basis van de resultaten van het uitgevoerde toxicologisch onderzoek kan beïnvloeding van het bewustzijn/gedrag van [de verdachte] ten tijde van het voorval op [datum in het jaar] 2024 omstreeks 13:55 uur niet worden geconcludeerd. Echter, vanwege het tijdsverloop tussen het voorval en de bloedafname (ca. 3 uur) kan THC al uit het bloed zijn verdwenen door omzetting en uitscheiding. Hierdoor is het mogelijk dat THC niet meer aangetoond kan worden in het bloed. Beïnvloeding van het bewustzijn/gedrag ten tijde van het voorval door THC kan daarom ook niet worden uitgesloten.’
Beslissing
Het voorgaande betekent dat weliswaar THC in het in het bloed van de verdachte aanwezig zal geweest, echter op welk moment precies en in welke hoeveelheid is niet vast te stellen. De sterke aanwijzingen dat de verdachte onder een strafbare invloed van THC verkeerde, zijn door het onderzoek derhalve niet bevestigd. Naar het oordeel van de officier van justitie kan daardoor niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte op [datum in het jaar] 2024 omstreeks 13.55 uur, dusdanig onder invloed is geweest van THC dat hij niet in staat moest worden geacht zijn werkzaamheden naar behoren te verrichten. De strafzaak tegen de verdachte is daarom geseponeerd.