ELOM:2024:001 (Zonder vergunning en buiten daglichtperiode in specifieke categorie)

Luchtvaartbesluit | 08-01-2024

Beslissing OM

in de zaak tegen een exploitant en bestuurder van een drone, hierna de verdachte.
 

Aanleiding onderzoek

Het onderzoek is gestart naar aanleiding van een dronewaarneming door een verbalisant, belast met toezicht tijdens festiviteiten.    

Verdenking strafbaar feit

Overtreding van art. 5 lid 1 Verordening 2019/947 (een vlucht uitvoeren met een drone in de specifieke categorie zonder vergunning), art. 18 lid 1 Besluit luchtverkeer 2014 (een vlucht uitvoeren buiten de daglichtperiode) en art. 14 lid 5 en 8 Verordening 2019/947 (respectievelijk niet voldoen aan de registratieverplichting als exploitant en niet aanbrengen van het exploitantennummer op de drone).

Feiten en omstandigheden

Uit het onderzoek komt naar voren dat de verdachte op [datum in het jaar] 2023 tijdens festiviteiten in [plaats], met een drone (een DJI Mini 3) boven een bijeenkomst van mensen heeft gevlogen. Dat is in de open categorie niet toegestaan. De verdachte beschikte niet over een vergunning voor het vliegen in de specifieke categorie. Het zonder vergunning vliegen in de specifieke categorie is als een overtreding strafbaar gesteld. [1]

De vlucht vond plaats omstreeks 22:20 uur. Dat is buiten de daglichtperiode. Ook het vliegen buiten de daglichtperiode is als overtreding strafbaar gesteld. [2]

Tijdens de vlucht was de verdachte niet als exploitant geregistreerd. Een gevolg daarvan was dat de verdachte ook het exploitantennummer niet had aangebracht op de drone. Dit zijn eveneens overtredingen. [3]

Over de context heeft de verdachte verklaard dat de dronevlucht is uitgevoerd als een vriendendienst voor de organisator van de festiviteiten. Daarvoor heeft de verdachte een vergoeding van € 75,-- gekregen.

Beslissing

Bewezen kan worden dat de verdachte vier overtredingen heeft begaan: het vliegen in de specifieke categorie zonder vergunning, het vliegen buiten de daglichtperiode, het niet registreren als exploitant en het niet aanbrengen van het exploitantennummer op de drone.

De verdachte heeft verklaard niet op de hoogte te zijn geweest van de verplichting om zich te registreren als exploitant. De dag nadat de verdachte erop is aangesproken, heeft de verdachte zich alsnog geregistreerd en inmiddels is ook het exploitantennummer op de drone aangebracht. Vanwege die onmiddellijke actie heeft de luchtvaartofficier van justitie besloten deze overtredingen te laten rusten en de strafrechtelijke reactie slechts te richten op de overige overtredingen.
 

Voor het zonder vergunning vliegen in de specifieke categorie is het uitgangspunt opgenomen van € 250,--, met de opmerking dat hierbij maatwerk is vereist. Voor het vliegen buiten de daglichtperiode is eveneens het uitgangspunt van € 250,-- opgenomen. Dit zijn uitgangspunten voor iemand, zoals de verdachte, die voor het eerst in aanraking komt met politie en justitie.

In de straftoemeting heeft de luchtvaartofficier van justitie het door de verdachte genoemde inkomen (voor het inschatten van de draagkracht) en de door de verdachte ontvangen vergoeding in aanmerking genomen.

Alles afwegende heeft de luchtvaartofficier van justitie verdachte een transactievoorstel van € 400,-- gedaan. De verdachte heeft dit voorstel aanvaard.

[1] Art. 5 lid 1 Verordening 2019/947, strafbaar gesteld via art. 11.9 lid 1 onder c en 1.6 Wet luchtvaart juncto art. 3.1 lid 1 aanhef onder f Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid.  

[2] Art. 18 lid 1 Besluit luchtverkeer 2014, strafbaar gesteld via art. 11.9 lid 1 onder b en art. 5.5 Wet luchtvaart juncto art. 33 Besluit luchtverkeer 2014.

[3] Art. 14 lid 5 en 8 Verordening 2019/947, strafbaar gesteld via art. 11.9 lid 1 onder c en 1.6 Wet luchtvaart juncto art. 3.1 lid 1 aanhef onder f Regeling uitvoering en handhaving luchtvaartveiligheid.