"Met bedreigingen ga je de grens over"

“Je mag het oneens zijn met het coronabeleid, je mag je daar over uitspreken en je mag laten merken dat het je boos maakt of dat het je frustreert, maar als je vervolgens gaat bedreigen, dan ga je de grens over. Dan is er geen sprake meer van het uiten van een mening, maar het plegen van een strafbaar feit.”

Dat zei de officier van justitie vrijdagmiddag 21 mei in zijn requisitoir voor de politierechter in Arnhem. Daar stond een 61-jarige man uit Ede terecht omdat hij politici zou hebben bedreigd, onder wie demissionair minister-president Mark Rutte, de demissionaire ministers Hugo de Jonge en Ferd Grapperhaus, staatssecretaris Tamara van Ark, en RIVM-directeur Jaap van Dissel.

De verdachte zou ze in de periode tussen 3 november en 17 november 2020 via Twitter hebben bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling. Zo schreef hij aan de minister-president: “Er is maar één echt werkende maatregel: jouw (sic), Hugo, Ferd en Tamara de strot doorsnijden!”

De man heeft de feiten bekend. Volgens de verdachte zelf was het meer een uiting van onvrede over het coronabeleid, niet zozeer een bedreiging, maar de officier van justitie denkt daar heel anders over. Hij ziet de teksten, geplaatst op de persoonlijke Twitteraccounts van de betrokken personen, als concrete doodsbedreigingen. Afgaande op de aangiftes zijn ze ook zo ervaren.

Wat het Openbaar Ministerie betreft moet daar een forse straf tegenover staan, moet er een duidelijk signaal worden afgegeven dat dit soort bedreigingen niet wordt geaccepteerd. De officier: “Het gaat hier om zeer ernstige bedreigingen tegen mensen die zich inzetten voor de samenleving in een moeilijke tijd. Dit soort bedreigingen zorgt ervoor dat mensen met een publieke taak beveiliging nodig hebben, omdat ze anders niet veilig zijn of zich in elk geval niet veilig voelen. Verdachte heeft daar rechtstreeks aan bijgedragen.”

De officier eiste een gevangenisstraf van vier weken waarvan drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Het OM heeft in zijn strafeis laten meewegen dat de verdachte inmiddels van Twitter af is, zijn toon op Facebook heeft gematigd, en heeft gezegd dat het niet opnieuw zal gebeuren. Verder heeft de verdachte geen strafblad. De rechtbank vonniste meteen en kwam tot een gevangenisstraf van acht weken waarvan vier weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.