Gamer bood online aanvallen aan: werkstraf geëist

Het was niemand opgevallen: de rustige 21-jarige Leidenaar die achter zijn computer met zijn hobby's bezig leek, maakte onderwijl eigenlijk deel uit van een criminele organisatie gericht op cyberaanvallen. Donderdag stond hij voor de rechter als een van de belangrijkere deelnemers van het Amerikaanse Lizard Squad netwerk.

Verdachte maakte via online spellen kennis met Lizard Squad en rolde er langzaam maar zeker steeds verder in. Het netwerk belaagde verschillende slachtoffers, mensen met wie de leden een conflict hadden. Via twitter werden berichten 'als pesterij' gestuurd en de verdachte nam deel aan gesprekken waarbij beledigende teksten werden ingesproken. Vanuit de Lizard Squad groep werden ook geautomatiseerde dreigtelefoontjes naar slachtoffers gemaakt, maar de directe betrokkenheid van deze verdachte valt volgens de officier van justitie niet te bewijzen.

De groep richtte zich ook op het aanbieden van DDoS-aanvallen, waarbij het doelwit wordt overladen met digitale informatie en zo platgelegd. Iedere gewillige afnemer kon tegen betaling zo'n aanval laten uitvoeren.

Hoewel de duur van de aanvallen misschien niet erg indrukwekkend leek, namelijk 100 tot 200 seconden, kon hierdoor weldegelijk aanzienlijke schade worden toegebracht. Bij een DDOS-aanval worden servers gedurende de aanval onbereikbaar. Verdachte zorgde dat deze 'dienst' van de Lizard Squad groep bereikbaar was en vragen van 'klanten' werden beantwoord. Verder verzorgde verdachte gedurende enige weken het betalingsverkeer van de 'dienst', en heeft daaraan ook zelf een klein bedrag verdiend.

Tot slot wordt de groep waar de Leidenaar deel van uit maakte verdacht van het verwerven van gestolen creditcardgegevens. Verdachte zelf heeft zich volgens de officier van justitie in elk geval 38 maal gestolen creditcardgegevens verschaft.

Volgens de officier van justitie is het de verdachte aan te rekenen dat hij de laakbaarheid van zijn handelen niet inzag. Inmiddels ziet hij wel in dat wat hij deed echt niet door de beugel kon. Maar van iemand die een opleiding tot beveiliger deed, had de officier van justitie wat meer zelfreflectie op het moment zelf verwacht. Het Openbaar Ministerie eiste tegen de verdachte een werkstraf voor de duur van 200 uur, plus een voorwaardelijke jeugddetentie van vier maanden. De feiten waren gepleegd tijdens het 18e en 19e levensjaar van verdachte, en daarom werd de zaak volgens het adolescentenstrafrecht behandeld. De officier van justitie heeft daarbij wel gevorderd dat verdachte de komende twee jaar onder begeleiding van de reclassering blijft.