Wat voor soort getuigen zijn er en waarom blijven sommigen anoniem?

In het MH17-onderzoek is sprake van een reëel veiligheidsrisico voor getuigen. Om dat risico te beperken heeft de rechter-commissaris, een onafhankelijke onderzoeksrechter, besloten dat van tientallen getuigen de identiteit moet worden afgeschermd. Het gebruik van anonieme getuigen is in het Nederlandse strafprocesrecht met strenge waarborgen omgeven.

De Nederlandse wet biedt de mogelijkheid voor anonieme getuigen op grond van de artikel(en) 149b Sv jo 187d lid 1 onder a Sv. Zij hebben een getuigencode die begint met de letter S. Deze getuigen zijn door de politie verhoord, waarna de rechter-commissaris heeft besloten dat ze om veiligheidsredenen anoniem moeten blijven. Het Openbaar Ministerie en de verdediging kunnen hen nog aanvullende vragen laten stellen. 

Daarnaast is er een kleiner aantal getuigen gehoord als bedreigde getuigen, zoals vastgelegd in de wet in artikel 226a Sv. Als getuigen reëel gevaar lopen kan de rechter commissaris besluiten om zelf aanvullend onderzoek te doen, en hen na hun politieverhoor zelf te verhoren. Het Openbaar Ministerie en de verdediging zijn bij de ondervraging niet aanwezig geweest, maar kunnen deze getuige nog wel aanvullende vragen laten stellen. De rechter-commissaris controleert of hun rol in het strafproces verloopt volgens de regels. Deze bedreigde getuigen komen anoniem in het dossier voor met getuigencode V. 

Tenslotte bestaat er de mogelijkheid om maatregelen te nemen voor de bescherming van getuigen. Zo bevinden zich in het dossier verklaringen van getuige M58. Deze getuige heeft uiteindelijk een verklaring op naam afgelegd. Gelet op de inhoud van de verklaring en zijn persoonlijke omstandigheden zijn specifieke maatregelen genomen voor zijn bescherming. 

In verband met de veiligheid wordt er overigens bewust voor gekozen om getuigen niet opeenvolgend te nummeren. De nummers zeggen dus niets over het aantal getuigen of wanneer zij zijn gehoord. Hoeveel getuigen er zijn en wat zij verklaren zal blijken tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak.