Celstraffen geëist tegen leden No Surrender voor poging afpersing

Tegen drie mannen die verdacht worden van afpersing heeft de officier van justitie vandaag gevangenisstraffen geëist van vijf en zeven maanden. De afpersing vond in november 2017 in Rhenen plaats. Omdat geen van de betrokkenen openheid van zaken lijkt te willen geven, is de reden van de afpersing niet duidelijk geworden. De afpersing zelf is wel bewezen, aldus het OM.

Het slachtoffer deed tien dagen na de afpersing aangifte bij de politie. Die dag, 14 november 2017, stonden er twee in het donker geklede mannen hem op te wachten toen hij ’s ochtends naar zijn werk wilde gaan. De afpersing zelf vond plaats op 4 november in de avond. Het slachtoffer hoopte dat de bedreigingen zouden overwaaien en was ook bang voor represailles. Door de dreiging die uitging van de twee mannen voor zijn deur, besloot hij toch aangifte te doen.

Het ging bij de afpersing om een bedrag van 60.000 euro. Op de avond van 4 november 2017 zochten de drie mannen, waarvan er twee lid waren van No Surrender, het slachtoffer op in een café in Rhenen. De twee No Surrender leden, waaronder de president van de afdeling in Haarlem, droegen hun zogenoemde colours: jassen waarop ‘No Surrender’ en hun functie vermeld staat. Toen het slachtoffer niet in het café bleek te zijn, gingen zij naar zijn huis waar op dat moment een verjaardag werd gevierd en kinderen lagen te slapen. De mannen weigerden weg te gaan en daarom besloot het slachtoffer buiten met de mannen te praten. Dat praten ontaardde in duwen en trekken en hij werd naar de grond gewerkt. Het slachtoffer werd duidelijk gemaakt dat hij 60.000 euro moest betalen. Als hij niet zou betalen, zo werd hem te verstaan gegeven, dan zou hij niet meer levend thuis komen.

Op basis van verklaringen, meldingen en tapgesprekken, is er voldoende bewijs dat de drie mannen betrokken waren bij de poging afpersing, aldus de officier van justitie. De werkelijke reden van de afpersing is niet duidelijk geworden. Het zou kunnen gaan om een relationeel of zakelijk geschil. Ook kan het te maken hebben met een mishandeling van een van de afpersers door het slachtoffer tijdens een uitgaansavond kort daarvoor, in oktober 2017. De man, slachtoffer van de afpersing en verdachte van de mishandeling, is hiervoor vrijgesproken.

Wat de reden ook mag zijn, duidelijk is dat de mannen het slachtoffer ernstig hebben bedreigd en geïntimideerd, ook door het dragen van de colours. Tegen alle drie vond de officier verder het medeplegen van de poging afpersing bewezen. Bij zijn eis hield de officier rekening met het aandeel van elke verdachte. Tegen de 48-jarige hoofdverdachte van de afpersing eiste hij een gevangenisstraf van zeven maanden en tegen de twee anderen eiste de officier een gevangenisstraf van vijf maanden.