Digitale ontwikkelingen wijzigen crimineel landschap

GEZAMENLIJK PERSBERICHT VAN OPENBAAR MINISTERIE EN POLITIE

Korpschef Erik Akerboom heeft donderdag 1 juni het Nationaal Dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit (NDB) 2017 overhandigd aan Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM). Het rapport is een toekomstgerichte analyse van de ontwikkelingen in het domein van de georganiseerde criminaliteit. De onderzoekers beschrijven onder andere de specifieke invloed van digitale technologie, de ondergrondse economie op het darkweb, verschuivingen in de criminele praktijk zoals professionalisering, criminele uitbesteding, veelzijdigheid en de toenemende concentratie van georganiseerde criminaliteit in kwetsbare buurten en wijken.

Geavanceerde toepassingen van digitale technologie

Een van de doelstellingen van het Nationaal Dreigingsbeeld (NDB) is het signaleren van nieuwe opvallende ontwikkelingen waar rekening mee gehouden moet worden bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit. Op het terrein van de technologische ontwikkelingen bevat het NDB veel signaleringen met een digitale component. Het gaat om het gebruik van het Internet of Things, cloudcomputing, blockchain, bitcoins, payment service providers en crowdfunding voor criminele doeleinden.
Ook op het terrein van de criminele praktijk worden enkele in het oog springende ontwikkelingen gesignaleerd. Er is sprake van een opkomende Do-it-Yourself-trend: onder invloed van voortschrijdende techniek benutten criminelen steeds meer mogelijkheden om activiteiten in eigen beheer uit te voeren. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de productie van allerlei soorten drugs of het illegaal vervaardigen van goederen waar een intellectueeleigendomsrecht op rust. Ook signaleert het NDB dat de dienstverlening in de ondergrondse economie, ook wel aangeduid als Crime-as-a-Service (CaaS), steeds ‘completer’ wordt. Cyberaanvallen, bijvoorbeeld, kunnen door het gebruik van kant-en-klare toolkits worden uitgevoerd door individuen met betrekkelijk weinig kennis van de materie. Dit verandert ook de notie van georganiseerde criminaliteit die immers gestoeld is op samenwerking tussen personen. In toenemende mate kunnen individuen grote schade toebrengen aan de samenleving zonder dat ze gehinderd worden door grenzen.

Onaantastbaarheid

Een van de verontrustende signaleringen betreft de notie dat in kwetsbare buurten in Nederland een cumulatie van problemen bestaat die een voedingsbodem voor (georganiseerde) criminaliteit vormt. De kiem voor het voortbestaan van georganiseerde criminaliteit wordt gelegd door een schijnbare onaantastbaarheid van criminelen en patsergedrag die normvervaging in deze buurten in de hand werkt. Er zijn mensen die niet actief aan criminaliteit deelnemen maar wel van de opbrengsten ervan profiteren, en er zijn jongeren die opgroeien met criminele rolmodellen en daardoor in de verleiding komen een criminele carrière te starten.

Branchevervaging

Verder signaleert het NDB dat in sommige criminele branches, zoals die van de synthetische drugs en de hennep, sprake lijkt van verdere professionalisering. Steeds meer taken binnen het criminele bedrijf worden uitbesteed. Tevens constateren de onderzoekers een diversificatie in het crimineel opereren. Criminele samenwerkingsverbanden die zich voorheen met een specifieke criminele activiteit bezighielden, zijn veelzijdiger geworden. Er vindt ‘branchevervaging’ plaats op de markt voor georganiseerde criminaliteit.

Prioriteren op basis van NDB

Voor het NDB zijn in 24 deelonderzoeken 36 criminele verschijnselen onderzocht. Denk bijvoorbeeld aan handel en productie van drugs, heling, mensenhandel, matchfixing, witwassen van crimineel verkregen vermogen, vals geld, horizontale- en verticale fraude, kinderpornografie, cybercrime en milieucriminaliteit.  Het College van procureurs-generaal overlegt samen met de Regioburgemeesters met de minister over de landelijk te stellen prioriteiten voor de aanpak van ondermijnende en georganiseerde criminaliteit voor de komende jaren. Het rapport is na overhandiging naar demissionair minister Blok van Veiligheid en Justitie gestuurd.

Het NDB is door de politie gemaakt in opdracht van het College van procureurs-generaal. Het levert sinds 2004 vierjaarlijks een beeld van de dreigingen op het gebied van de georganiseerde criminaliteit in Nederland. Aan dit rapport werkten ruim 50 onderzoekers mee van politie, FIOD, de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, onderzoeksbureau Bruinsma, de Politieacademie en de Koninklijke Marechaussee. Het dreigingsbeeld is geschreven door een team onderzoekers van de Dienst Landelijke Informatieorganisatie van de Landelijke Eenheid  in samenwerking met onderzoekers en analisten van de andere eenheden van de Nationale Politie.