OM eist 16 jaar cel voor doodschieten man Sandelingenplein

De officier van justitie heeft vandaag 16 jaar cel geëist tegen twee mannen van 35 en 33 jaar uit Rotterdam die ervan verdacht worden op 15 juni 2018 op het Sandelingenplein in Rotterdam een 29-jarige man te hebben neergeschoten. Het slachtoffer overleed ter plekke aan zijn verwondingen.

Tijdens de behandeling van de zitting kwam naar voren dat de twee verdachten van plan waren om het slachtoffer te beroven van drugsgeld. Die beroving is uit de hand gelopen en geëindigd in een eenzijdige schietpartij, waarbij het slachtoffer dodelijk gewond is geraakt.

Nietsvermoedend
Het slachtoffer was nietsvermoedend vanuit Roermond naar Rotterdam gereisd om vervolgens niet meer levend thuis te komen. Hij laat een vriendin, kinderen maar ook ouders en broers achter. De officier van justitie in haar requisitoir: "Het gemis is enorm. Het idee dat het slachtoffer er niet meer zal zijn tijdens grote en juist ook de kleine gebeurtenissen in het leven van de nabestaanden, is verschrikkelijk”.

Noodweer
Eén van de verdachten verklaart uit noodweer te hebben geschoten. Het OM gaat daarin niet mee. Volgens de officier van justitie is namelijk vast komen te staan dat het slachtoffer niet bewapend was tijdens het schietincident en was er geen sprake van "onmiddellijk dreigend gevaar waartegen schieten door de verdachte geboden was".

Strafeis
De officier van justitie heeft tegen beiden verdachten een gevangenisstraf voor de duur van 16 jaar geëist. Bij de motivering van de strafeis is stilgestaan bij de ernst en de impact van het feit. Daarbij is ook betrokken dat de schietpartij in een kwetsbaar gebied in Rotterdam heeft plaatsgevonden. Het doodschieten van het slachtoffer boezemt enorm veel angst in bij bewoners, die zich veilig horen te voelen in hun huis, hun omgeving en buurt. De dood van het slachtoffer heeft voor de direct betrokkenen onherstelbaar leed veroorzaakt en de samenleving in beroering gebracht. Daarnaast heeft de officier van justitie benoemd dat verdachten tot op de dag van vandaag zwijgen en geen spijt hebben betuigd.

Uitspraak in deze zaak was op vrijdag 19 juli.