Celstraffen geëist tegen drugsdealers in Utrechtse wijk Lombok

Tegen twee Utrechters, verdacht van het dealen van drugs in de wijk Lombok, heeft de officier van justitie vandaag gevangenisstraffen van zestien en drie maanden geëist. Ook mogen de twee geen contact meer hebben en zal het crimineel verdiende geld in een volgende procedure zo mogelijk worden afgepakt.

De wijk Lombok, met name Lombok-Oost, kampt al jaren met overlast die samenhangt met verschillende vormen van criminaliteit. Eén daarvan is drugsgebruik en drugshandel. Het aantal meldingen is hoog en bewoners en winkeliers ondervinden de negatieve gevolgen. Niet voor niets geeft de gemeente de wijk voorrang als het gaat om de aanpak van ondermijning en zijn er tal van maatregelen ingezet.

Vanaf medio 2018 kwamen er meldingen binnen over de hoofdverdachte, die vandaag voor de rechter stond. Ook de politie hield hem in de gaten. Medio 2019 werd gezien dat er iets werd overgedragen tussen de verdachte en een bekende drugsdealer. Kort daarna werd een strafrechtelijk onderzoek gestart naar deze verdachte. Uit zijn telefoon kwamen twee deallijnen naar voren en over de tap werden gesprekken met gebruikers gehoord. De bijbehorende transacties werden ook gezien. In oktober 2019 vond er twee maal een pseudokoop plaats waarbij heroïne en cocaïne werd verkocht. Kort daarna werd de verdachte aangehouden. Hij was toen in het bezit van veel contant geld en een dealertelefoon; 38 bolletjes en drie envelopjes, in totaal 7,1 gram cocaïne, gooide hij weg. Gaandeweg het onderzoek kwam de andere verdachte, ook 20 jaar uit Utrecht, in beeld. Ook hij bemande de telefoon en maakte afspraken voor de transacties.

Slechts twee van de afnemers durfden een verklaring af te leggen. Uit het onderzoek bleek ook dat de hoofdverdachte zich ophield bij de Tussenvoorziening en verslaafden onder druk zette om te kopen en te betalen.

Zo zei hij: “broer jij gaat niet met mij spelen (….) of ik breek jouw poten (….) Ik zeg tegen jou Utrecht is klein (….) ik zeg tegen jou. Geen genade voor jou.” 

De medeverdachte bleek zijn baan te hebben opgezegd om in de drugshandel te gaan. Het is zorgelijk dat beide verdachten niet hebben meegewerkt aan het onderzoek door Reclassering, geen inzicht geven in wie ze zijn en op de kans op herhaling. Volgens de officier van justitie is de kans op recidive er wel degelijk, gelet op de bewuste keuze voor de drugshandel, de pleegperiode en omvang van de handel en het ontbreken van een gewone bron van inkomen. Bovendien is de hoofdverdachte eerder veroordeeld voor drugshandel.

Dat alles woog de officier van justitie mee in zijn strafeis. Tegen de hoofdverdachte eiste hij een gevangenisstraf van 16 maanden waarvan vier maanden voorwaardelijk en tegen de medeverdachte een gevangenisstraf van 90 dagen waarvan 46 dagen voorwaardelijk. Verder vroeg hij een contactverbod met elkaar op te leggen van twee jaar en een locatieverbod voor de hoofdverdachte voor opvangplekken voor drugsverslaafden. De auto en de scooter, die gebruikt werden voor de handel, en het aangetroffen geld en drugs moeten verbeurd worden verklaard. Tenslotte zei de officier dat er een ontnemingsvordering zal volgen om het geld dat met de drugshandel is verdiend, af te pakken.