Reactie OM op tv-serie Cannabis

Het Openbaar Ministerie neemt afstand van de tendentieuze en suggestieve toon van met name de voice-over teksten in de serie Cannabis  die vanaf 30 september wordt vertoond op NPO2. Ook de wijze waarop een aantal officieren van justitie wordt neergezet in de serie, vindt het OM kwalijk en onbehoorlijk.

Het OM is in 2018 door twee onderzoekjournalisten van KRO-NCRV benaderd om mee te werken aan deze productie. De bedoeling van de serie was, zo stelden zij het voor,  om de balans op te maken van 50 jaar softdrugsbeleid. ‘Alle betrokken partijen (politiek, OM, politie, lokaal bestuur, coffeeshophouders, kwekers en wetenschappers) zouden ruimschoots aan bod komen’, zo mailde een van de onderzoeksjournalisten.

Beeld 

Een van de verhaallijnen van de serie zou de zaak tegen de Brabantse coffeeshophouder Johan van Laarhoven zijn. Zoals de journalist het in de mail verwoordde: ‘Tot nu toe is het publieke profiel van Van Laarhoven nogal eenzijdig vormgegeven door diens advocaten die hem  - en dat valt raadslieden niet euvel te duiden -  afschilderen als een halve heilige die slachtoffer is geworden van een nietsontziend vervolgingsbeleid. Wij willen onze kijkers straks een meer uitgebalanceerd beeld laten zien van de zaak-Van Laarhoven, maar daarvoor is de medewerking van het Openbaar Ministerie wel van cruciaal belang. Ook in breder perspectief kan het OM als sleutelspeler bij de bestrijding van drugscriminaliteit een belangrijke bijdrage leveren aan de serie’.

Niet gebalanceerd 

Namens het OM hebben Gerrit van der Burg, voorzitter van het College van procureurs-generaal, en Wouter Bos, als landelijk persofficier, meegewerkt aan de serie. Ook oud-hoofdofficier van justitie Charles van der Voort heeft meegedaan. Het past bij de taak van het OM om publiekelijk uitleg en duiding te geven. Het OM is het gewend om kritisch te worden benaderd. Dat mag ook. Alleen is de balans in deze productie zoek. De serie laat bepaald geen ‘uitgebalanceerd beeld’ zien van de zaak-Van Laarhoven.

Advocaten hebben uiteraard maar één belang, en dat is dat van hun cliënt. Een aantal advocaten komt veelvuldig aan het woord in de serie en krijgt alle ruimte om kritiek te spuien op het OM en op de betrokken officieren van justitie. Ook een betrokken rechercheur wordt als meinedig neergezet. Het staat het OM niet vrij om thans de eenzijdige en onjuiste beweringen en aantijgingen van de raadslieden in de zaken van de verdachten te weerleggen. Het OM wacht daarmee tot de verdere behandeling van de strafzaak tegen de verdachten in de zaken rondom The Grass Company  en doet dat vanzelfsprekend niet via de media. 

Daarnaast wordt de kritiek sterk op de persoon van de betrokken officieren van justitie gespeeld en is zelfs heimelijk een telefoongesprek opgenomen tussen een officier van justitie en een advocaat terwijl die ook nog eens wordt uitgescholden door een familielid van de verdachte. Dat het OM dit op de persoon spelen onbehoorlijk vindt, is zacht uitgedrukt.

Feiten over het onderzoek

Vermoedens van onder andere mensenhandel waren vanaf 2011 voor politie en OM aanleiding om onderzoek te doen naar de softdrugsketen The Grass Company. Thans ligt de verdenking op grootschalig witwassen, belastingfraude, handel in softdrugs, valsheid in geschrifte en het vormen van een criminele organisatie.

Deze keten baat twee coffeeshops uit in Tilburg en twee in Den Bosch. Het langjarige onderzoek richt zich op tientallen rechtspersonen en natuurlijke personen. De twee hoofdverdachten worden ervan verdacht via een schijnconstructie eigenaar te zijn van de coffeeshopketen en deze te exploiteren. Daarnaast richt de verdenking zich op het exploiteren van verschillende bedrijven waaronder onroerend goed ter ondersteuning van de illegale activiteiten.

Het onderzoek vindt zijn oorsprong in 2011. Na intensieve voorbereidingen hebben verschillende overheidsinstanties op 4 juli 2014 doorzoekingen gehouden in twintig panden in Noord-Brabant. Hierbij werden drugs, contant geld en bedrijfsadministratie in beslaggenomen. 

Ruim anderhalf jaar later (maart 2016) hield de politie twee van de hoofdverdachten aan. Dit gebeurde op verdenking van het vormen van een criminele organisatie, die op grote schaal inkomsten van vier coffeeshops uit de officiële boekhouding hield. Er zouden privé-inkomsten uit de coffeeshops zijn verzwegen voor de Nederlandse belastingdienst. Het hiermee verdiende geld zou via ingewikkelde schijnconstructies in binnen-  en buitenland zijn witgewassen. Een derde hoofdverdachte, broer van de in maart 2016 aangehouden verdachte, kon destijds niet worden aangehouden omdat deze Tilburger in Thailand werd vervolgd voor witwassen van crimineel vermogen. 

Facilitators

Voor het vermoedelijke wegsluizen van grote sommen geld maakten de verdachten gebruik van een aantal facilitators. Hiervoor werd in 2015 een Luxemburgse advocaat aangehouden en verhoord. In 2016 zijn ook in Nederland facilitators aangehouden. Zij zouden jarenlang de vermoedelijke criminele organisatie hebben geholpen met allerlei hand- en spandiensten.

Zicht op werkwijze

Politie en justitie hebben inmiddels steeds meer zicht gekregen op de werkwijze van de vermeende criminele organisatie. De twee broers bezaten en exploiteerden vermoedelijk via de schijnconstructie vier coffeeshops. Daarnaast exploiteerden zij vermoedelijk verschillende bedrijven waaronder een onroerendgoedbedrijf ter ondersteuning van cannabishandel. Het vermoeden is dat een deel van de inkoop van de cannabishandel tussen 2002 en 2014 onjuist in de boeken werd vastgelegd waardoor de administratie en jaarstukken valselijk zouden zijn opgemaakt. De gelden kwamen vermoedelijk uiteindelijk bij de twee broers terecht. De broers zouden deze gelden hebben belegd in verschillende landen. Zo zouden zij voor meer dan 10 miljoen aan gelden hebben belegd in Thailand waarbij zij onder andere gebruik hebben gemaakt van derden om hun inkomsten en bezit te verhullen.

Strafbeschikkingen facilitators

Het OM heeft de afgelopen jaren naar aanleiding van het onderzoek al een tiental transacties en strafbeschikkingen uitgevaardigd. 

Bezwaar tegen dagvaarding

De verdediging van de hoofdverdachten heeft bezwaar gemaakt tegen het dagvaarden van hun cliënten. Alleen het bezwaarschrift van de verdachte die in Thailand vast heeft gezeten moet nog worden behandeld. De andere aangebrachte zaken zijn inmiddels door de rechtbank in behandeling genomen.

Zitting

De rechtbank heeft voor de behandeling van het bezwaarschrift de datum 20 januari 2021 vastgesteld. En voor een volgende (regie) zitting zijn 10 en 11 februari 2021 ingepland.