OM eist negen jaar cel en TBS wegens verkrachting en aanranding

Het OM heeft vanmiddag tegen een 29-jarige man uit Amsterdam negen jaar cel en TBS met dwangverpleging geëist op verdenking van verkrachting, aanranding, mishandeling en beroving. De man wordt ervan verdacht twee vrouwen op zeer gewelddadige wijze te hebben verkracht en een andere vrouw te hebben aangerand en beroofd. De delicten vonden alle drie in Amsterdam West plaats. Na uitgebreid forensisch onderzoek en onderzoek van telecomgegevens kwam de politie de verdachte op het spoor.

Een 75-jarige vrouw liet vroeg in de morgen op 31 juli 2015 in het Helmersplantsoen haar hondjes uit, toen ze plotseling werd vastgegrepen door een man die haar vervolgens ernstig mishandelde, verkrachtte en tenslotte van haar sieraden beroofde. Een maand later, op 27 augustus 2015, werd in dezelfde omgeving een vrouw aangerand en beroofd. DNA-onderzoek leidde naar de verdachte wiens materiaal in de DNA-databank voor veroordeeld was opgeslagen. Sporen van verdachte werden aangetroffen op sieraden, kleding en lichaam van de 75-jarige vrouw en op de kleding van de vrouw die was aangerand en beroofd.

Na aanhouding van de verdachte heeft de politie onderzoek gedaan naar vergelijkbare strafbare feiten. Dat heeft geleid tot de heropening van de zaak waarbij op 14 september 2013 een 60-jarige vrouw in haar eigen woning werd verkracht. Nadat het sporenmateriaal opnieuw was onderzocht, werd aanvullend DNA-onderzoek verricht. Uit de resultaten daarvan, samen met het signalement dat door het slachtoffer is gegeven, concluderen de officieren dat er ook in deze verkrachtingszaak voldoende wettig en overtuigend bewijs is om verdachte te veroordelen.

De verdachte is opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum, maar hij heeft niet willen meewerken aan het onderzoek. De rapporteurs constateren een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens van verdachte. Maar, aldus de officieren van justitie vanmiddag in hun requisitoir: “Hij kan zeker ondanks zijn beperkingen ook verantwoordelijk worden gehouden voor zijn gedragingen. Dat rechtvaardigt een gevangenisstraf én het opleggen van een maatregel.”

Uitspraak 16 mei 2017.