Zes jaar cel en ontzegging rijbevoegdheid geëist tegen automobilist verdacht van doodrijden scooterrijder

De officier van justitie heeft vanochtend een celstraf van zes jaar en acht jaar ontzegging van de rijbevoegdheid (OBM) geëist tegen een 25-jarige man uit Amsterdam die ervan verdacht wordt op zaterdagavond 10 december 2022 een 20-jarige scooterrijder te hebben doodgereden. Behalve van doodslag wordt de man verdacht van poging doodslag op een fietser. Ten slotte wordt hij ervan verdacht de plaats van het ongeval te hebben verlaten.

De dodelijke aanrijding gebeurde rond 23.30 uur in de Tweede Hugo de Grootstraat, op de dag van de kwartfinalewedstrijd van Marokko op het WK. De overwinning van Marokko werd de hele avond gevierd, dus het was druk in de stad. En dat gold ook voor de Tweede Hugo de Grootstraat, een straat met de nodige horeca. Direct na de aanrijding wordt de scooterrijder met zijn scooter tegen een fietser gelanceerd, die zwaar gewond raakt.

Uit het politieonderzoek, waarvoor ook het NFI onderzoek heeft gedaan, is gebleken dat de verdachte vlak voor het ongeval 119 kilometer per uur per uur reed. Dat deed hij in de bebouwde kom op een drukke zaterdagavond in een omgeving met veel fietsers en voetgangers. Op een plaats met beperkt zicht doordat een brug voor een glooiing in het wegdek zorgt. Dat alles maakte dat hij niet adequaat kon reageren op andere weggebruikers in de Tweede Hugo de Grootstraat. Een overstekende fietsster kon haar fiets net op tijd terugtrekken waarmee ze in feite haar eigen leven heeft gered.

Aanmerkelijke kans

Onder die omstandigheden was de kans op een ongeval waarbij een of meer andere kwetsbare medeweggebruikers dodelijk gewond konden raken enorm groot. De verdachte had zich naar het standpunt van het OM bewust moeten zijn van deze aanmerkelijke kans. De verdachte was bekend ter plaatse, hij woont daar niet ver vandaan en had, zo verklaarde een van de getuigen, eerder die avond daar ook al gereden.

Ook getuigen, zoals de fietsster die zichzelf ternauwernood in veiligheid kon stellen, hebben verklaard dat de verdachte bizar hard reed. De vrienden die bij hem in de auto zaten, raakten in paniek. Zij hebben verklaard dat de verdachte extreem hard reed en dat zij hem hebben gewaarschuwd en hem hebben gevraagd normaal te rijden, maar dat hij niet luisterde. Hij bleef maar plankgas rijden, zo verklaarde een van zijn vrienden.

Volslagen onverantwoord

De officier van justitie in zijn requisitoir: “Ieder weldenkend mens weet dat het volslagen onverantwoord is om met een dergelijke uitzonderlijk hoge snelheid met een auto door een drukke plek in de stad te scheuren en dat het, als je dat doet, heel eenvoudig heel erg mis kan gaan. (-) Alles wijst erop dat verdachte bewust de keus heeft gemaakt om de enorme risico’s die kleefden aan zijn rijgedrag te accepteren. Geen onverschilligheid, maar acceptatie.”

De officier concludeert dat er sprake is van voorwaardelijke opzet en acht daarmee de doodslag en de poging doodslag bewezen. Het derde feit waar de man van wordt verdacht is het verlaten van de plaats van het ongeval. “Na de aanrijding is verdachte er onmiddellijk vandoor gegaan, zonder zich ook maar enig moment te bekommeren om het verschrikkelijke leed dat hij had aangericht. Het is onmogelijk dat verdachte niet door heeft gehad dat hij met de aanrijding letsel had veroorzaakt”, aldus de officier op zitting.

De officier heeft alles afwegende een celstraf van zes jaar en gedurende acht jaar ontzegging van de rijbevoegdheid (OBM) geëist. Bij het vaststellen van de strafeis heeft hij een viertal relevante uitspraken betrokken.