OM eist gevangenisstraffen voor brandstichtingen in Elst

Twee 22-jarige mannen zijn volgens het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor een reeks brandstichtingen in het buitengebied van Elst, en hebben daarmee veel maatschappelijke onrust veroorzaakt. Vandaag heeft de officier van justitie voor de rechtbank in Arnhem tegen het tweetal  een  gevangenisstraf van 28 maanden en TBS met voorwaarden geëist.

De Elstenaren stonden terecht voor brandstichtingen in een hooischuur aan de Woutersdijk, in een leegstaande woning aan de Hollanderbroeksestraat en in een voormalig restaurant aan De Wuurde. Ook zouden ze  aan de Sluterstraat en de Mozartstraat een schutting of overkapping in brand hebben gestoken, en aan de Kerkstraat een personenauto.

Deze feiten op de tenlastelegging vonden plaats tussen maart en begin juni 2016. Maar ook voor deze periode waren er al brandstichtingen in Elst. Beide verdachten hebben verklaard dat ze al vanaf 2015 samen op pad gingen en brand stichtten. Er lagen altijd aanmaakblokjes in de auto.

Op 3 juni 2016 werden de verdachten in hun auto gevolgd door de politie, nadat er op 2 juni brand was gesticht in een hooischuur. Hierbij is volgens de officier van justitie gevaar voor personen ontstaan, wat strafverzwarend werkt bij brandstichting. Bij de hooischuur lag een man in een auto te slapen. Het is niet ondenkbaar dat de auto vlam had gevat, als het vuur niet tijdig was gedoofd.

Eén van de twee verdachten heeft verklaard van jongs af aan een fascinatie voor  vuur te hebben. Hij is degene die de branden heeft aangestoken. De andere verdachte heeft verklaard dat hij het mooi vond om naar de branden én naar het werk van de brandweer te kijken. Deze verdachte heeft een aantal keren zelf de brandweer gebeld. Hoewel deze verdacht zelf geen branden heeft aangestoken, kan hij volgens de officier  als medepleger worden beschouwd. Het initiatief om op pad te gaan, kwam vaak van deze verdachte,  zijn auto werd gebruikt en hij  kocht meestal de aanmaakblokjes.  Hiermee is er volgens de officier van justitie sprake van een bewuste en nauwe samenwerking, en dus van medeplegen.

In het requisitoir benadrukte de officier de enorme impact van brandstichting: ‘Het veroorzaakt maatschappelijke onrust en gevoelens van onveiligheid. Verdachten hebben zich absoluut niet bezig gehouden met de gevolgen van hun acties.’

Bij beide verdachten is bij persoonlijkheidsonderzoek (kenmerken van) pyromanie en een verminderde toerekeningsvatbaarheid vastgesteld.

Alles afwegende vindt de officier van justitie voor beide verdachten een  gevangenisstraf van 28 maanden en TBS met voorwaarden passend.

De rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, doet over twee weken uitspraak.