Celstraffen geëist om ondergrondse wietkwekerij

Het Openbaar Ministerie Noord-Nederland heeft voor de rechtbank in Assen cel- en werkstraffen geëist tegen zeven verdachten die betrokken waren bij een wietkwekerij die was verstopt in een ingegraven zeecontainer op een boerenerf in de Drentse plaats De Kiel.

In de zeecontainer stonden 1510 planten. De kwekerij – via een luik en een trap bereikbaar – draaide ruim twee jaar. Het OM vordert 1,3 miljoen euro van de verdachten aan crimineel verkregen winst.

Sterke wietlucht

Volgens de zaaksofficier zijn door het onderzoek niet alleen de uitvoerders gepakt, maar ook de initiatiefnemers: ,,De groep erachter is redelijk in beeld gekomen.” De zaak is behandeld tijdens twee zittingsdagen.

De kwekerij werd gevonden nadat de politie ter plaatse ging na een melding dat er gestolen goederen zouden liggen op het erf. Ook werd gemeld dat er een ingegraven zeecontainer was bij de boerderij. Ter plaatse werden gestolen goederen gevonden.

Ook roken de politiemensen een sterke wietlucht en hoorden zij een aggregaat draaien. In een vrijstaande loods werd een ingegraven zeecontainer gevonden, die opgedeeld was in zes kweekruimtes, verbonden met één centrale regelruimte.

Financiële problemen

Eigenaar B. van de boerderij (63) erkende dat hij in het voorjaar van 2015 had ingestemd met de aanleg van de kwekerij vanwege financiële problemen. In september 2015 zou er voor het eerst zijn geoogst. De  boer vertelde de recherche wie hem maandelijks geld gaf voor het ter beschikking stellen van de ruimte.

De zoon van de boer zou hebben meegeholpen met de graafwerkzaamheden voor de ondergrondse wietkwekerij. Ook zou hij het aggregaat hebben gerepareerd. De boer verklaart 20.000 euro te hebben ontvangen van de wietkwekers.

Hoofdverdachten

De boer had geen toegang tot de afgesloten kwekerij en bemoeide zich niet met het kweken en telen. Dat werd volgens het OM gedaan door de drie hoofdverdachten uit Emmer-Compascuum (45), Emmen (47) en Den Haag (36), die zich gedurende ruim twee jaar ,,schuldig hebben gemaakt aan grootschalige en professionele hennepteelt, waarbij het er bedrijfsmatig en georganiseerd aan toe ging met het ingraven van een zeecontainer en daaropvolgend bijna dagelijkse verzorging van de planten”. Tegen hoofdverdachten H., S. en G. zijn gevangenisstraffen geëist van ieder negen maanden.

Ontnemingsvorderingen

Het OM denkt dat er negen keer is geoogst in de ondergrondse wietkwekerij. Volgens berekeningen zou dat  € 1.473.269,58 hebben opgeleverd. Justitie gaat ervanuit dat de kwekers € 155.207  aan kosten hebben gemaakt voor die negen oogsten. De netto-opbrengst van de kwekerij zou daarmee ruim 1,3 miljoen euro bedragen. Het OM heeft daarom tegen de hoofdverdachten ontnemingsvorderingen ingesteld van elk € 439.354,16.

H.,G. en S. worden gezien als de eigenaren van de kwekerij.

Verdachte H. uit Den Haag – eerder veroordeeld wegens hennepteelt – heeft ter rechtszitting alle betrokkenheid ontkend. Zijn rijbewijs was aangetroffen in de loods waar de zeecontainer was ingegraven. Medeverdachten noemden zijn naam. Hij claimde dat ze een ‘zondebok zochten en dat er dan maar een stadsjongen uit Den Haag voor moest opdraaien’.

Verdachte G. – ook eerder veroordeeld voor hennepteelt –  ontkent elke betrokkenheid bij de kwekerij. Meerdere verdachten hebben over zijn aandeel verklaard en ook werd zijn DNA gevonden op een flesje in een van de kweekruimten.

Verdachte S. – die de verzorging deed van de planten – wordt eveneens gezien als één van de eigenaren van de kwekerij. Er werd door medeverdachten over hem verklaard. Ook werd er een groeischema met zijn naam erop aangetroffen in de kwekerij. S. heeft alle betrokkenheid ontkent.

Boerenzoon

Boerenzoon B. zou de graafwerkzaamheden hebben verricht voor de ondergrondse wietkwekerij en het aggregaat voor de kwekerij aan de praat hebben gehouden. Ook zou hij hebben geholpen bij de verzorging en het knippen van de planten. “Hij heeft meegewerkt aan de opbouw, het onderhoud en de teelt van een grootschalige en professionele hennepkwekerij”, aldus de officier, die tegen de boerenzoon een gevangenisstraf heeft geëist van vijf maanden.

De gestolen goederen die op het boerenerf werden gevonden – de aanleiding voor de ontdekking van de kwekerij – waren door de boerenzoon geheeld. Daarvoor kreeg hij eerder een strafbeschikking.

Boer

Boer B. wordt verweten dat hij tegen betaling één van zijn schuren ter beschikking heeft gesteld voor de teelt en dat kweekbenodigdheden op zijn naam werden besteld. Verder had geen betrokkenheid bij de kweek, aldus de officier.

,,Hij kon zelf niet de kwekerij in; deze zat op slot en hij had geen sleutel en hijzelf zit in een rolstoel, terwijl de kwekerij via een luik en een trap moest worden betreden.” Het OM vordert 20.000 euro wederrechtelijk verkregen voordeel terug. Tegen de boer is een werkstraf van 200 uur geëist. De officier hield bij zijn eis in sterke mate rekening met zijn fysieke beperkingen en open proceshouding.

Wietknipper

Wietknipper H. zegt 400 euro te hebben verdiend met het eenmalig oogsten van hennep en het repareren van het aggregaat. Tegen hem is een werkstraf geëist van zestig uur, waarvan twintig uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar en reclasseringstoezicht. Ook is gevorderd dat het door hem verdiende geld wordt ontnomen.

Timmerman

Verdachte B. is een timmerman, die meermalen in de loods werkte waaronder de kwekerij zat verstopt. Die werkzaamheden kunnen echter niet direct worden gelinkt aan de wietkwekerij, waardoor de officier vrijspraak vroeg.

De rechtbank doet over twee weken uitspraak.