Fikse eis tegen Groninger (26) die vanwege fascinatie met vuurwerk in zijn flatwoning experimenteert met explosieve mengsels

Het Openbaar Ministerie Noord Nederland heeft zojuist bij de rechtbank in Groningen een gevangenisstraf van 499 dagen, waarvan 450 voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, geëist tegen een 26-jarige verdachte uit Groningen wegens het maken van explosieve stoffen, het bezitten van een nabootsing van een pistool van het merk Glock, gemaakt met een zogeheten 3D-printer en bezit van enkele xtc-pillen.

Het onvoorwaardelijke deel van 49 dagen is gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten en mag van de eis worden afgetrokken, aldus de officier. Verdachte zou daarmee direct kunnen beginnen aan een behandeling bij een forensische polikliniek.

Verbod bezit/experimenteren chemicaliën

De officier wil dat de verdachte ook meewerkt met de reclassering, tijdelijk gaat wonen bij een maatschappelijke opvang, een verbod krijgt op het bezit van chemicaliën en/of het experimenteren met chemicaliën, voortzetting van de bestaande bewindvoering en dat hij instemt met informatie-uitwisseling tussen reclassering en zorgpartijen.

De verdachte kwam in beeld bij politie en Openbaar Ministerie na een melding van het Nationaal Bom Data Centrum, die twee verdachte leveringen van grondstoffen voor explosieven had ontdekt. Mengsels van die gevaarlijke chemicaliën –natriumpersulfaat, magnesium, kaliumnitraat, zwavel en koolstof– zijn aangetroffen door de Explosieven Opruimingsdienst, die de woning op 29 november vorig jaar binnen ging. De verdachte wilde met deze precursoren vuurwerk, flitspoeder en zwart buskruit maken.

5 kilo explosief mengsel op eettafel

“Voorafgaand aan het betreden van zijn woning heeft verdachte, nadat hem de cautie was gegeven, tegen de politie gezegd dat zich bezig hield met het vervaardigen van vuurwerk, buskruit en flitspoeder. En dat hij op de eettafel in zijn woonkamer bezig was met het vervaardigen van 5 kilo flitspoeder, maar dat het nog niet helemaal klaar was”, aldus de officier.

Daarop zijn direct een aantal woningen in het appartementencomplex van verdachte ontruimd. Ook werd besloten maatregelen te treffen ten aanzien van het nabijgelegen verzorgingscomplex voor ouderen, omdat bij een eventuele explosie ook dit pand getroffen zou kunnen worden.

Nonchalanter

Tijdens verhoren heeft verdachte bekend dat hij 55 à 60 kilo aan chemicaliën voorhanden heeft gehad voor het maken van sier- en knalvuurwerk. In de woning werden ook ontstekingslonten gevonden.

Ook erkende hij “dat hij steeds nonchalanter, steeds makkelijker, werd in zijn experimenten met allerlei mengsels”, aldus de officier. Uit onderzoek blijkt dat verdachte al langer bezig was met explosieve stoffen.

‘Onverantwoorde risico’s’

De officier stelt dat verdachte ‘onverantwoorde risico’s heeft genomen met de veiligheid en gezondheid van zijn buren en met hun eigendommen’: “Verdachte heeft in zijn woning in een appartementencomplex geëxperimenteerd met verschillende soorten explosieve stoffen. In zijn fascinatie voor vuurwerk en ontploffingen is hij de veiligheid van zijn omgeving totaal uit het oog verloren. Hij heeft het zelfs zo ver laten komen dat, toen hij tegen de lamp liep, woningen moesten worden ontruimd en in het nabijgelegen verzorgingshuis ook maatregelen getroffen moesten worden.”

Verminderd toerekeningsvatbaar

Volgens psychologisch onderzoek moet verdachte worden beschouwd als verminderd toerekeningsvatbaar.

De officier gaat mee in het advies van een geraadpleegde psycholoog –die de kans op herhaling groot acht– voor ambulante behandeling bij een forensische polikliniek, verblijf van verdachte in een begeleid- of beschermd wonen setting onder voorwaarde dat hij geen chemicaliën in bezit mag hebben en/of hiermee niet mag experimenteren en voortzetting van de bewindvoering.

De lange proeftijd van drie jaar moet ervoor zorgen dat verdachte langere tijd gevolgd kan worden en er voldoende kans en tijd is om te komen tot een gedragsverandering, aldus de officier.