Rijontzegging, taakstraf en gevangenisstraf geëist tegen agent na dodelijke aanrijding

Tegen een politieagent van de eenheid Oost-Brabant heeft het Openbaar Ministerie Oost-Brabant (OM) een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf, een taakstraf en een rijontzegging geëist. De agent veroorzaakte in december 2022 een aanrijding tussen een motor en een politieauto. Bij de aanrijding kwam de 31-jarige motorrijder uit Eindhoven om het leven.

Het ongeluk gebeurde op 6 december 2022 kort na het middaguur op de Dr. Cuyperslaan in Eindhoven. De politieman was samen met zijn collega op weg naar een melding over een mogelijk gestolen lokfiets in de stad. Hij reed met zwaailichten, maar zonder sirene met hoge snelheid over de Dr. Cuyperslaan op het moment dat de motorrijder de weg opreed en met fatale gevolgen werd geschept.

Forse verkeersovertredingen

Uit het onderzoek van de Rijksrecherche is gebleken dat de politieman met een veel te hoge snelheid reed. Eén seconde voor de botsing reed hij optrekkend met 129 km/u op een plek waar een maximale snelheid van 50 km/u geldt. Het was niet de enige forse verkeersovertreding die de agent maakte. Zo reed hij over een doorgetrokken streep en over de verkeerde weghelft. En dat allemaal op een plek die druk en onoverzichtelijk was.

Richtlijnen

In bepaalde gevallen mogen politievoertuigen harder rijden dan de maximumsnelheid. De voorwaarden daarvoor zijn vastgelegd in de zogeheten Brancherichtlijn van de politie. Een melding over een gestolen fiets mag volgens het OM nooit betekenen dat er op deze wijze werd afgeweken van de geldende richtlijnen: 'De verdachte heeft onvoldoende rekening gehouden met de mogelijkheid dat weggebruikers hem niet zouden zien of zijn snelheid niet goed zouden kunnen inschatten. Hij is veel te gretig en met onvoldoende oog voor de verkeersveiligheid op weg gegaan naar een melding, waarbij hij geen acht heeft geslagen op hetgeen hem in zijn opleiding is aangeleerd', lichtte de officier van justitie toe op zitting. Daar komt nog bij dat de politieauto op het moment van de aanrijding niet kon worden aangemerkt als een voorrangsvoertuig omdat de auto geen geluidssignalen voerde. Volgens het OM is het rijgedrag van de agent in juridische zin aan te merken als roekeloosheid, de zwaarste vorm van schuld in het verkeer.

Agent

Hoewel de verdachte naar het oordeel van het OM meerdere grove fouten heeft gemaakt, was hij tijdens het ongeluk aan het werk als agent en werd van hem verwacht dat hij handelend zou optreden: 'Dat alleen al maakt dat er op een andere manier gekeken zal dienen te worden naar ongevallen die tijdens de dienst worden gemaakt. Tegelijkertijd mag van een politieagent verwacht worden dat hij zich op een passende wijze gedraagt in het verkeer.' De officier van justitie stond tijdens de zitting ook stil bij het verdriet dat het ongeluk heeft veroorzaakt bij de nabestaanden van het slachtoffer. Daarnaast markeerde hij de impact die het ongeluk heeft gehad op de betrokken politieman.

Strafeis

Gelet op de ernst van de feiten acht het OM de maximale taakstraf van 240 uur passend en geboden, net als een rijontzegging voor de duur van twee jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk en een gevangenisstraf van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk. De rechter doet over twee weken uitspraak.