Celstraf geëist voor uitbetalen onder het minimum loon

Vandaag eiste het Openbaar Ministerie (OM) voor de rechtbank in Rotterdam een gevangenisstraf van 9 maanden tegen een van de twee verdachten die zich moesten verantwoorden voor de rechter. Het OM verwijt beiden (seizoen) arbeiders onder het minimum loon te hebben uitbetaald. Verdachten wilden arbeid zo goedkoop mogelijk inkopen, ondanks de wetgeving over minimumloon. Zij bedachten daar volgens het OM een ‘oplossing’ voor. De tweede verdachte hoorde een taakstraf van 120 uur tegen zich eisen.

Blanco kwitanties en terugbetalingen

In eerste instantie moesten werknemers hun naam noteren op blanco kwitanties en deze kwitanties vervolgens ondertekenen. De kwitanties werden achteraf ingevuld, waar de werknemers niet bij waren en met een bedrag dat de werknemers niet daadwerkelijk ontvingen aan loon, aldus de officier. In 2016 veranderde volgens hem deze werkwijze omdat in dat jaar de verplichting ontstond om het (minimum)loon giraal uit te betalen. Deze betalingen vonden ook plaats. Maar de diverse werknemers moesten een gedeelte daarvan afstaan. Het verschil tussen hun daadwerkelijke loon en het minimum loon waar zij recht op hadden. Een van de twee verdachten zorgde voor het innen van deze ‘terugbetalingen’. En zo hebben verdachten volgens de officier over een langere periode, structureel en geraffineerd gefraudeerd. Bijna 250.000 euro is hiermee (wederrechtelijk) volgens het OM verdiend.

Ernst van de feiten

“Een van kernbeginselen van onze, en iedere, samenleving, is dat de zwakkeren beschermd worden. Dat is misschien ook wel de essentie van het werk dat wij hier doen in het strafrecht. Maar dit geldt niet enkel voor het strafrecht. Ook het arbeidsrecht is grotendeels ingericht om de meer kwetsbare personen in de samenleving (op de arbeidsmarkt) te beschermen. Te beschermen tegen de vaak sterkere werkgever. Met als meest evidente voorbeeld, het minimumloon. Iedereen heeft recht op een minimum salaris. Dat principe – het recht op en zekerheid van een bepaald salaris - draagt een geheel stelsel waarin mensen zichzelf (en hun gezin) kunnen onderhouden. Hun (basale) lasten kunnen dragen. Dat is een fundament waar de hele samenleving op is gebouwd. En als van dat uitgangspunt misbruik van wordt gemaakt, raakt het de samenleving ook in de kern.”, aldus de officier. 

Deze strafzaak is volgens het OM net zozeer uitbuiting, als fraude. “Iedere euro, die verdachten hebben verdiend met deze fraude is uit de zakken van werknemers gehaald. Achteraf zelfs. Werknemers die door verdachten  niet eens het minimumloon werden gegund. Werknemers – vaak seizoenarbeiders – die daarbij nauwelijks een sociaal vangnet hebben hier in Nederland. Werknemers die juist naar Nederland komen om geld te verdienen voor hun familie in het buitenland. Werknemers die ook hard hebben gewerkt voor dat geld. Geld waar zij recht op hadden. Geld dat zij waarschijnlijk nooit zullen zien.”, aldus de officier.

Deze werknemers zijn wat het OM betreft ook slachtoffers. Slachtoffers die beschermd moeten worden. Ook voor hen moet een signaal komen dat essentiële rechten, zoals het minimumloon, worden beschermd door de overheid en dat frauderen over de rug van deze slachtoffers stevig wordt bestraft.

Strafeis

De ontkennende houding van verdachten neemt de officier mee zijn strafeis. Het toont volgens hem geen berouw. Tegen de hoofdverdachte eist hij een gevangenisstraf van 9 maanden. Tegen de medeverdachte wordt een taakstraf van 120 uur geëist.

Tevens is er een ontnemingszaak aangebracht voor een bedrag van 259.474,23 euro om het wederrechtelijke voordeel te ontnemen.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.