Boete en voorwaardelijke celstraf geëist voor verstrekken hennepolie zonder controle en vergunningen

Vandaag ging het in de rechtbank Zwolle om hennepolie. Een stichting en een bestuurslid  moesten zich verantwoorden voor de rechter. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt de stichting en bestuurder hennepolie te verstrekken zonder zich te houden aan de eisen van de Geneesmiddelenwet. Er zijn  geen vergunningen verleend aan de stichting, het middel is niet geregistreerd en het middel is niet voorzien van een vergunning.

Het product hennepolie valt onder de werking van de Opiumwet. Door de wijze waarop dit door de stichting op de markt wordt gebracht, via een website, folders en de bijsluiters, valt het ook onder de werking van de Geneesmiddelenwet. Regels uit de Opiumwet en de Geneesmiddelenwet worden volgens het OM overtreden.

De stichting en het gebruikte model

“De stichting verstrekt hennepolie en daaraan verwante producten aan mensen die daar baat bij zeggen te hebben. De Stichting wordt gesteund door een behoorlijk aantal mensen in de samenleving en heeft voor haar klanten en vele anderen ook een sociale functie. De wijze waarop de stichting is georganiseerd en de gehanteerde werkwijze is sociaal te noemen. Er zijn plekken in het land gevonden waar lotgenoten elkaar kunnen treffen en kunnen spreken. Er zijn vrijwilligers in huis die anderen helpen waar dat nodig is. Het gebruikte model om producten te verkrijgen van de stichting is niet gebruikelijk. Allereerst dien je donateur te worden voor een bepaald bedrag per jaar. Daarna kun je bestellen en wordt er periodiek geleverd. Er zijn mensen die veel kunnen betalen en ook daadwerkelijk veel betalen voor de bestelde producten en er zijn mensen die minder betalen voor de producten. De producten kunnen ook ‘om niet’ verkregen worden als iemand niet beschikt over financiële middelen.  Een sociale en menslievende organisatie en werkwijze op deze punten.”, aldus de officier.

De hennepolie bevat een stof (THC) die maakt dat het verstrekken ervan aan derden is aan te merken als een drugsdelict. Dat geldt ook voor de aanverwante producten. Het telen en het productieproces wordt niet gecontroleerd en het persen gebeurd op een geheime locatie, niet transparant en niet controleerbaar. Er is volgens het OM dus geen garantie dat de producten vrij zijn van stoffen die niet goed zijn voor de gezondheid van vaak kwetsbare mensen.

‘Bedoelingen goed maar uitvoering beneden maat’

Volgens de officier zijn de bedoelingen van de stichting en zijn bestuurder goed maar is de uitvoering beneden de maat. Met deze zaak wil het OM bevestigd krijgen dat wat hier door de stichting wordt gedaan een overtreding is van de Opiumwet. Daarnaast wil het OM helder krijgen of dat wat door de stichting wordt gedaan overtredingen oplevert van de Geneesmiddelenwet.

Volgens de officier heerst er bij velen het gevoel dat dit wat hier bij deze stichting gebeurd moet kunnen. “Zelfs telers voelen zich gelegitimeerd als ze voor hen produceren.” Daarom, zo vervolgt hij, wil het OM een straf die een prikkel uitdeelt in de richting van de bestuurder en de stichting, om in de toekomst natuurlijk het goede te behouden maar om de overtredingen van wet- en regelgeving te doen ophouden.

Strafeisen

Bij de strafeisen is voor een langere proeftijd gekozen dan te doen gebruikelijk zodat het OM langer enige controle kan laten houden. “Dat is van belang omdat ik de overtuiging heb dat het zich houden aan wet- en regelgeving niet vanzelf gaat.”, aldus de officier.

Tegen de stichting eist hij een boete van 100.000 euro waarvan 60.000 euro voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Tegen de bestuurder eist hij een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 3 jaar en daarnaast een werkstraf met de duur van 120 uur.

De rechtbank doet over 14 dagen uitspraak.