OM eist in hoger beroep hogere straffen voor uitbuiting matrozen op Nederlandse binnenvaart

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep gevangenisstraffen geëist tot 40 maanden tegen drie verdachten uit Zuid-Holland en een geldboete van 300.000 euro voor BV waaruit zij opereerden.

Twee mannen (40 maanden) en een vrouw (24 maanden) hebben volgens het OM Filipijnse matrozen uitgebuit in de Nederlandse binnenvaart. Zij worden verdacht van mensenhandel, mensensmokkel, valsheid in geschrift en deelname aan een criminele organisatie.

Filipijnse matrozen

Meerdere Filipijnse matrozen hebben tot twintig uur per dag moeten werken, waarbij de overuren niet zijn betaald. Ook wordt geld ingehouden voor eten en werkkleding, krijgen matrozen geen vakantiegeld, worden ze onderbetaald en ontvangen ze maar af en toe een loonstrook. Matrozen zijn daarnaast nooit vrij en kunnen in meerdere gevallen het schip waarop zij werken niet verlaten. Met valse contracten werd het UWV misleid tot het afgeven van werkvergunningen. Zonder toestemming van de matrozen werd hun digitale handtekening op deze valse contracten geplaatst.

Hoger beroep

De rechtbank in Dordrecht veroordeelt op 1 november 2017 de twee mannelijke verdachten (48 en 64 jaar) tot gevangenisstraffen van vijftien maanden, waarvan vijf voorwaardelijk. De 43-jarige vrouwelijke verdachte krijgt een werkstraf van 180 uur opgelegd. De in Werkendam gevestigde BV wordt veroordeeld tot een geldboete van 65.000 euro. Zowel verdachten als het OM gaan in hoger beroep. Het OM omdat het anders dan de rechtbank vindt dat er ook sprake is van mensenhandel dan wel uitbuiting. Ook vindt het OM de straf te laag.

 “Uit de verklaringen van de matrozen volgt niet alleen dat er sprake is geweest van structurele onderbetaling. Ook heeft er een ernstige inperking van hun vrijheid plaatsgevonden, die in direct verband stond met het werk dat ze moesten verrichten.”

Structurele onderbetaling

De afweging of er al dan niet sprake is van uitbuiting heeft te maken met de aard en de duur van het werk dat moet worden verricht, de beperkingen die gelden voor de matrozen en het economisch voordeel dat is behaald door verdachten.

De officieren van justitie in hoger beroep, de advocaten-generaal (AGs), vinden het klip en klaar dat de matrozen zijn uitgebuit. “Uit de verklaringen van de matrozen volgt niet alleen dat er sprake is geweest van structurele onderbetaling. Ook heeft er een ernstige inperking van hun vrijheid plaatsgevonden, die in direct verband stond met het werk dat ze moesten verrichten.”

De AGs constateren dat  er sprake was van het plegen van strafbare feiten in georganiseerd verband. “Daarbij stond eigen gewin voorop. Nationale wet- en regelgeving werd doelbewust met voeten getreden. Daarnaast was er sprake van kwetsbare slachtoffers die de Nederlandse taal niet machtig waren en ook geen verstand hadden van Nederlandse regelgeving. Er zijn veel Filipijnen misleid door verdachten.”

Het gerechtshof in Den Haag doet waarschijnlijk over ruim twee weken uitspraak.