Regiezitting hoger beroep in zaak tegen Richard de Mos en zes medeverdachten

Tijdens een regiezitting in de hoger beroepszaak tegen Richard de Mos en zes medeverdachten werden vandaag onderzoekswensen en beperken van het hoger beroep besproken. Het Openbaar Ministerie (OM) maakte in juni 2023 bekend het hoger beroep tegen Richard de Mos en zes medeverdachten door te zetten in beperkte vorm. In het hoger beroep zal het vooral gaan om twee verdenkingen: omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Tegen de vrijspraak van meineed en deelneming aan een zogenoemde ‘criminele organisatie’ gaat het OM niet in hoger beroep.

De advocaat-generaal zei daarover tijdens de regiezitting dat het voor alle betrokkenen van belang is om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen. Een onderzoek naar deelneming aan een organisatie die misdrijven beoogt zou het proces flink kunnen vertragen. De advocaat-generaal benoemde dat dit in de volksmond ‘criminele organisatie’ wordt genoemd. Het OM heeft gemerkt dat dit in de beeldvorming een bepaald stempel aan de zaak geeft die ze niet heeft verdiend.  De zaak draait volgens het OM immers om omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Deze verdenkingen vormen de kern van de zaak en zijn volgens het OM al ernstig genoeg. Het OM verwacht dat door het toespitsen van het hoger beroep, het hof sneller tot een oordeel kan komen.

Het OM heeft geen onderzoekwensen en heeft het hof gevraagd af te zien van het horen van nog eens zes personen zoals de advocaat van één van de verdachten wil. Het hof maakte vanmiddag bekend dat het verzoek tot het horen van getuigen is afgewezen.

De inhoudelijke behandeling van de zaak vindt plaats op zes zittingsdagen in maart 2024.